Tien topstukken van Wayne Shorter
1. Down in the Depths (album: Introducing Wayne Shorter, Vee Jay)
Uit zijn debuutalbum (1959), met onder meer Lee Morgan, Wynton Kelly en Jimmy Cobb. Shorter kwam meteen met vijf eigen stukken.
2. Lester Left Town (album: The Big Beat, Art Blakey & the Jazz Messengers, Blue Note)
Hij had dit nummer in 1959 al met Blakey opgenomen voor een plaat die eerst werd afgekeurd, maar in 1960 was het meteen raak; een vast nummer in het repertoire.
3. The Chess Players (album: idem)
Van dezelfde plaat. Een nummer dat inspiratie ging bieden aan vele anderen.
4. Ping Pong (album: Roots and Herbs, Art Blakey & the Jazz Messengers, Blue Note)
Uit hetzelfde jaar. Weer een eigen compositie die een blijvertje werd.
5. Children of the Night (album: Mosaic, Art Blakey & the Jazz Messengers, Blue Note)
‘Ik dacht aan Bela Lugosi in de film Dracula toen ik dit stuk schreef. ‘Maar de kinderen zijn astronauten geworden, die erop uittrekken naar het onbekende.’ (1961)
6. Black Nile (album: Night Dreamer, Blue Note)
‘Een gevoel alsof alles stroomt, zoals op een afbeelding van een rivier.’
7. Speak No Evil (album: Speak no Evil, Blue Note)
Het album (uitgebracht in 1965, toen Shorter al bij Miles Davis werkte) werd een van de hoogtepunten uit zijn Blue Note-catalogus. Hardbop en modale jazz verenigd.
8. Infant Eyes (album: idem)
Geschreven toen zijn dochtertje zes maanden oud was. Het stuk bevat herhalingen op verschillende niveaus. Een waardige ballad voor een baby.
9. Footprints (album: Adam’s Apple, Blue Note)
Een album uit 1966, en een stuk dat ook op het album Miles Smiles (van Miles Davis) verscheen. Een van Shorters klassiekers.
10. Orbits (album: Alegria, Verve)
Een album (2003) dat Shorter maakte op rijpere leeftijd, ’a creative Indian summer’. Orbits verscheen al veel eerder op een album van Miles en op Shorters eigen plaat The Soothsayer (1965)