Een van de grootste zangeressen uit de jazzhistorie. Een stem die niet zo leed-overgoten klonk als Billie Holiday, ook niet zo jubelend door alle registers als Ella. Maar sensueel, swingend en bluesy – en met een enorm gevoel voor timing en tekst. Daarnaast was ze creatief tot in haar tenen, ze schreef veel teksten en maakte veel arrangementen ook zelf. Ook belangrijk: ze leerde het vak in de big band-era, bij Benny Goodman.
1. It’s a Good Day (album: The Early Years, Vol. 1, Capitol)
Toen ze nog alles samen deden. Gitarist Dave Barbour en Peggy Lee waren in de jaren veertig een echtpaar. Hun optimistische lied (en top 20-hit) uit 1946 kwam jaren later weer in de aandacht, onder meer door een reclameclip van Garnier. Arrangeur was Heinie Beau. Een andere gezamenlijke hit? Maňana…
2. Black Coffee (album: Black Coffee With Peggy Lee, Decca 1953)
Een vroege langspeelplaat met voornamelijk materiaal uit haar nightclub-act. Pianist Jimmy Rowles deed de meeste arrangementen. Black Coffee werd een van Peggy’s eerste signature songs. Trompettist Pete Candoli deed mee onder de schuilnaam Cootie Chesterfield.
3. He’s A Tramp (te vinden op album: The Very Best of Peggy Lee, EMI)
Ze schreef teksten voor talloze songs, zoals in 1955 samen met Sonny Burke ook dit lied, bestemd voor de soundtrack van een Walt Disney- tekenfilm. In 1991 won ze er een rechtszaak over. Opbrengst bijna vier miljoen dollar…
4. Big Spender (album: Big Spender, Capitol 1965)
Peggy Lee nam deze onverbiddelijke hit al in 1965 op, lang voor de schreeuwerige versie van Shirley Bassey. Die van Peggy is verleidelijker, minder uitdagend maar met veel meer finesses. Ze had er een top tien-hit mee.
5. Fever (album: The Very Best of Peggy Lee, EMI)
Drummer was in 1958 Shelly Manne, bassist Joe Mondragon en de arrangeur voor het grootste deel Miss Lee zelf. Groot was de impact van dit prikkelende lied, waarschijnlijk Peggy’s langstdurende succes.
6. The Folks Who Live On The Hill (album: The Man I Love, Capitol 1957)
De plaat heette The Man I Love en was een gezamenlijke onderneming van Peggy Lee en haar buurman Frank Sinatra, die officieel dirigeerde en onofficieel ook de producer was. Hij bemoeide zich zelfs met de hoes, deed voor de foto menthol op haar oogleden (de misty look). Ook dit prachtige lied (arrangement Nelson Riddle) werd een signature song.
7. I Lost My Sugar In Salt Lake City (album: Beauty and the Beat!, Capitol 1959)
‘Sultry and insinuating’… Peggy Lee had een groot talent voor een dubbelzinnige blues. Aan de piano: George Shearing. Op gitaar: een Belg met de naam Thielemans. Op 29 mei 1959 traden ze op in Miami bij een congres van 2500 disc jockeys. Een plaat die door velen nog steeds wordt gekoesterd. Alleen… men liet niet het echte live-concert horen, het was nagedaan in de studio…
8. Is That All There Is? (album: Is That All There Is?, Capitol 1969)
Ze wilde niet meer dan drie takes spenderen aan deze ultieme song over desillusie, ondanks het speciale arrangement van Randy Newman. Het werden er 37… Nummer 36 was fabuleus, maar de technicus was vergeten de knop in te drukken dus het moest nog een keer. Peggy kreeg er in 1969 een Grammy voor.
9. Let’s Love (album: Let’s Love, Atlantic 1974)
Paul McCartney leverde de titelsong, inclusief arrangement. De elpee was de enige die haar een contract bij het label Atlantic opleverde, plus enkele singles. Het was de laatste keer dat Peggy met een nieuwe song in de hitlijsten zou komen.
10. The Hungry Years (album: Peggy, Polydor 1977)
Opgenomen in Londen met steun van producer Ken Barnes. Die had al jaren achter Peggy aangezeten, maar elke keer begon ze aan wat anders. Deze nostalgische song werd ooit geschreven door Neil Sedaka.