Altsaxofonist (en soms trompettist en violist) Ornette Coleman (1930-2015) was ook voor de jazz in ons land van groot belang, en niet alleen omdat Hans Dulfer na het horen van zijn muziek de brui gaf aan een loopbaan als honkballer. Albums als Change of the Century (1959) en At the Colden Circle (1965) stonden ook op de plank bij mensen die niet zozeer jazzfans waren als wel verstaanders van de tijdgeest. Een van de zeer groten onder de jazzvernieuwers is ons ontvallen.
1. The Sphinx (album: Something Else!!!, Contemporary 1958)
Hoewel Coleman in 1958 ook een live-album had gemaakt met de groep van pianist Paul Bley, was het toch dit album dat voor het eerst reuring veroorzaakte. Let op zijn aanvaringen met pianist Walter Norris…
2. Tomorrow is the Question! (album: Tomorrow is the Question!, Contemp. 1959)
The new music of Ornette Coleman stond ook op zijn tweede plaat. Deze keer geen piano, maar wel met West Coast-musici als bassist Red Mitchell en drummer Shelly Manne. De recensies waren al een stuk vriendelijker…
3. Lonely Woman (album: The Shape of Jazz to Come, Atlantic 1959)
Een nieuw platenlabel, en nu met een kwartet waarmee hij een reeks revolutionaire platen zou maken. Cornettist Don Cherry, bassist Charlie Haden, drummer Billy Higgins. In 2015 kwam dit album in de Grammy Hall of Fame. Lonely Woman (gemaakt na het zien van een foto in een galerie) werd een jazz standard.
4. Ramblin’ (album: Change of the Century, Atl. 1959)
De ene plaat na de andere in 1959, en ook deze had zo’n grensverleggende titel. Ramblin’ was een zogenaamde hoe down-blues, een aantrekkelijk thema waar iedereen een kick van kreeg. Luister naar de vrijheid die Haden en Higgins ook namen.
5. Embraceable You (album: This Is Our Music, Atl. 1960)
Nog steeds met een kwartet, nu met drummer Ed Blackwell. Dit was de enige keer dat Coleman een pop standard met de groep zou opnemen. Hij maakte er een ijzersterke vertolking van.
6. Free Jazz (Part One) (album: Free Jazz, Atl. 1961
Een sensationele plaat, a collective improvisation, met een dubbele bezetting; o.a. trompettist Freddie Hubbard en basklarinettist Eric Dolphy stonden ook in de studio. Dit werd een van de grootste jazzplaten ever, een model ook voor Ascension van John Coltrane.
7. Dawn (album: At The Golden Circle Stockholm, Vol. 1, Blue Note, 1965)
Na een reeks schitterende albums voor Atlantic had Ornette Coleman vier jaar lang geen zin meer in platen maken. Hij deed heel andere dingen: trompet spelen, viool, werken met strijkers, filmmuziek. Het kwartet werd ontbonden; hij werkte hier met bassist David Izenzon en drummer Charles Moffett. Ook een onvergetelijke plaat.
8. Freeway Express (album: The Empty Foxhole, Blue Note 1966)
Van Ornette Coleman kon je alles verwachten. In 1966 maakte hij deze plaat met bassist Charlie Haden en drummer/zoon Denardo Coleman – en die was toen tien jaar! Doorgeslagen vaderliefde? Ornette vond van niet. En op dit album speelde hij ook nog op viool en trompet, zoals op dit stuk.
9. The Good Life (album: Skies of America, Columbia 1972)
Weer iets heel anders. Skies of America is een driest avontuur om een symfonisch stuk te scheppen. Coleman nam het op met het London Symphony Orchestra, en speelde er zelf solo’s op altsax bij. Een gewaagd experiment – hoewel hij ook al dergelijke muziek voor Alice Coltrane had geschreven. The Good Life kwam later in een andere gedaante terug, onder de naam Dancing in Your Head.
10. Turnaround (album: Sound Grammar, label Sound Grammar 2006)
Opgenomen in 2005 in Ludwigshafen. Colemans eerste album na bijna tien jaar, gemaakt voor zijn eigen label, met twee bassisten en zoon Denardo. Turnaround stond ook al op Tomorrow is the Question, maar deze uitvoering klinkt spiksplinternieuw. De plaat kreeg in 2007 de Pulitzer Price for Music.