De meest lichtvoetige baritonsaxofonist, die bestempeld werd tot een icoon van de cool jazz en de West Coast-jazz. Gerry Mulligan (1927-1996) wordt langzamerhand vooral nog genoemd omdat hij Chet Baker even in zijn kwartet had, maar dat doet zijn loopbaan in de jazz absoluut tekort.
Mulligan werkte al jong als arrangeur voor big bandleiders als Gene Krupa, Claude Thornhill en Stan Kenton. Ook speelde hij (met Gil Evans en John Lewis) een belangrijke rol in de Birth of the Cool-sessies van Miles Davis. Maar ook als solist maakte hij een onuitwisbare indruk, met zijn ogenschijnlijk eenvoudige en doorzichtige spel. Alsof hij een altsax bespeelde, zo soepel en gracieus klonk Gerry Mulligan.
1. Jeru (Album: Miles Davis, Birth of the Cool, Capitol/Blue Note 1949)
Jeru was de koosnaaam die Miles Davis gebruikte voor Gerry Mulligan, toen de jongeheren samenwerkten voor de legendarische Birth of the Cool-band. Mulligan leverde een flinke bijdrage voor deze historische sessies: drie stukken, waaronder Jeru.
2. Bernie’s Tune (Album: Gerry Mulligan Quartet Vol 1, Pacific Jazz 1952)
Een heerlijk nummer van de obscure pianist Bernie Miller. Mulligan nam het op met een droombezetting, zonder piano, toen een vondst: trompettist Chet Baker, bassist Bob Whitlock en drummer Chico Hamilton. Daarna werd dit een veelgespeelde standard.
3. Walkin’ Shoes (Album: Gerry Mulligan Quartet Vol 1, Pacific Jazz 1952)
Wanneer mag je spreken van een jazzhit? Dezelfde bezetting, met een stuk dat toen als heel hip werd beschouwd. Mulligan speelde het daarna in allerlei bezettingen. Een wonder van elegance, al die muzkale lijntjes die met elkaar verweven worden.. Nog een paar eeuwige hits: My Funny Valentine en Line for Lyons…
4. The Nearness of You (Album: Paris Concert, Pacific Jazz 1955)
Midden 1953 was het al gebeurd met het legendarische Mulligan-Baker Quartet: Mulligan werd gearresteerd wegens drugsbezit en Chet Baker katapulteerde zichzelf naar stardom. Toen Mulligan uit de bajes kwam was Baker te duur geworden. Trombonist Bob Brookmeyer werd de vervanger. Ook prachtig, zoals bleek bij dit concert in Parijs.
5. The Lady is a Tramp (Album: Presenting The Gerry Mulligan Sextet, EmArcy 1955/56)
En toen kwam Gerry Mulligan met een sextet. Vier blazers, een uitnemende bezetting voor zijn muziek: gewaagde contrapunttechnieken en toch vrij. En wat een blazers: tenorist Zoot Sims, Brookmeyer, trompettist Jon Eardly (die al snel verdween, weer vanwege die verdomde drugs).
6. Black Nightgown (Album: The Jazz Combo from I Want to Live!, United Artists/London 1958)
Een track uit een van de beste jazzsoundtracks ever. De muziek was van Johnny Mandel, de hoofdrol was voor Susan Hayward en in de jazzcombo zaten alleen maar toppers: onder meer trompettist Art Farmer, altsaxofonist/fluitist Bud Shank en trombonist Frank Rosolino.
7. Utter Chaos (Album: What is there to Say, Columbia 1959)
Eeven terug naar het kwartetformaat. Trompettist was weer Art Farmer, bassist Bill Crow en drummer Dave Bailey. Een soort revitalisering, met meer felheid en opwinding dan vorige kwartetten. Utter Chaos werd ook gespeeld door Mulligans big bands, en werd vaak gebruikt als closing theme.
8. Come Rain or Come Shine (Album: Gerry Mulligan and the Concert Jazz Band at the Village Vanguard, Verve 1961)
Sommigen vinden dat de sextetopnamen van Mulligan het hoogtepunt zijn, maar zijn werk met de grotere Concert Jazz Band is voor anderen indrukwekkender. Hier kon hij zijn arrangeurscapaciteiten als meester van de klankkleur nog meer kwijt.
9. K-4 Pacific (Album: Age of Steam, A&M 1971)
Na een wat rustige periode kwam Gerry Mulligan in 1971 weer in de spotlights met dit album. Frisse en geinspireerde muziek, met onder meer trompettist Harry Edison, trombonist Bob Brookmeyer en Bud Shank.
10. Lonesome Boulevard (Album: Lonesome Boulevard, A & M 1989)
Uit een van de laatste werkelijk goede albums. Een kwartet met piano (Bill Charlap), bassist Dean Johnson en drummer Richie De Rosa. Een serie nieuwe composites, want Mulligan bleef toch ook componist/arrangeur.