Bill Evans werd beroemd als sideman van Miles Davis en speelde met talloze andere grootheden. De Amerikaanse saxofonist is vooral een vernieuwer. Met gitarist Robben Ford maakte hij het album The Sun Room.
Bill Evans is al jaren een grote naam in de jazzfusion. De man uit de Amerikaanse staat Illinois maakte in de jaren tachtig naam in de band van Miles Davis. Tot midden jaren tachtig maakte hij deel uit van diens band en speelde op de befaamde jazzfusionplaten The Man With The Horn, We Want Miles, Star People en Decoy.
Nieuwe plaat The Sun Room mixt jazzfusion met blues
In de jaren daarna leende hij zijn lenige spel uit aan legendarische groepen zoals Elements en Mahavishnu Orchestra. Ondertussen startte Evans een vruchtbare sololoopbaan die hem twee Grammy-nominaties en een eindeloze reeks mooie platen opleverde. Maar Evans blijft ook gevoelig voor het bandgevoel. Samen met goede vriend en gitarist Robben Ford richtte hij een nieuw kwartet op. Het resultaat is The Sun Room. Een zompige, vette plaat met een mix van jazzfusion en blues.
Bill Evans: “Robben en ik houden beiden van blues, jazz, bluegrass, rock en funk. Het leek ons een geweldig idee om al improviserend met drummer Keith Carlock en bassist James Genus een album op te nemen. Sterker nog, ik had de sound van The Sun Room al in mijn hoofd zitten voordat we nog maar een noot samen hadden gespeeld.”
Bill Evans ontwikkelde zich van jazz naar mengelmoes
Evans blijft zicht ontwikkelen, nu weer met deze nieuwe band. “De laatste jaren ben ik wel geëvolueerd van pure jazz naar een mengelmoes van alles wat ik leuk vind. Eind jaren negentig werd in Amerika opeens de Dave Matthews Band enorm populair en dat verraste mij danig. Zij spelen popliedjes maar die zitten vol geweldige jazzinvloeden, maar ook zydeco, moerasblues en pure funk. Het zijn geweldige muzikanten. Voor mij was dat een wake-upcall. Ik had jarenlang jazzfusionplaten kunnen maken waarop fenomenaal gemusiceerd zou worden maar dat vond ik te voorspelbaar. Popzanger Morrissey zei ooit: ‘Jazz? Poeh, teveel noten.’ Ik snapte dat wel. Goede muzikanten vergeten vaak te componeren. Dat is iets wat Miles Davis mij elke dag duidelijk maakte. Uiteindelijk gaat het om het liedje en de melodie. Niet hoe snel je vingers over een instrument bewegen.”