In 1972 kwam een eind aan een jarenlange samenwerking tussen zangeres Peggy Lee en Capitol Records. De heruitgave van Norma Doloris Egstrom bevat een paar interessante extra tracks.
Waarschijnlijk vonden ze haar op haar 52ste stokoud, de nieuwe bazen van Capitol, die Peggy Lee in 1972 opzadelden met producer Tom Catalano en de aanstormende arrangeur Artie Butler. Beiden hadden gemeen dat ze geen grote verrichtingen in de jazz hadden gepleegd; hun meest opvallende daden lagen in de pop en rock. Het album dat de gelouterde zangeres toch nog mocht maken zou eerst Super Bitch gaan heten. Een jolig idee van Catalano. Maar nee hoor, daarvoor was de zangeres assertief genoeg: ‘I won’t have it!’ Vervolgens werd het Norma Dolores Egstrom from Jamestown North Dakota, een verwijzing naar haar echte naam en herkomst. De producers zochten een repertoire dat misschien aansluiting zou vinden bij een jongere generatie. Meestal pakt zoiets niet succesvol uit, en dat was ook het geval met dit relatief korte album (10 songs, 32 minuten – de heruitgave bevat interessante extra tracks).
Het openingslied Love Song kwam als single op plek 34, maar het album zelf haalde de top 100 niet. Volgens de zangeres kwam dat door de beroerde publiciteit van Capitol, dat in die tijd meer werk stak in rockartiesten. In de jaren daarna kreeg het album langzamerhand meer status, wat niet alleen te danken was aan Lee’s versies van nieuw materiaal, zoals Love Song, in 1970 al door Elton John opgenomen, Superstar (was een hit van The Carpenters) en het fraaie A Song For You van Leon Russell. Ze zong ook een lied van Lil’ Hardin ( Just for a Thrill, 1939) en ze besloot het album met twee echte standards: The More I See You en I’ll be Seeing You. Mooi werk, maar het werd toch haar laatste plaat voor Capitol – een affront na al die succesvolle jaren. Geen nood, twee jaar later gaf bewonderaar Paul McCartney haar de song Let’s Love cadeau.
Coen de Jonge
Peggy Lee
Norma Dolores Egstrom from Jamestown North Dakota
Capitol/Universal
VOCAL JAZZ/POP