Als vervolg op ‘Grammar’ uit 2012 onderzoekt dit Berlijnse trio de parameters waarmee je in groepsverband geïmproviseerde muziek produceert. Fundamenteel onderzoek dus, waarin zaken als ritme, melodie en harmonie nog eens tegen de meetlat worden gezet.
Door Ken Vos
Het klinkt allemaal hoogdravend, maar het resultaat mag er zijn. Inderdaad worden stapsgewijs basale muzikale elementen neergezet door Christopher Dell (vibrafoon), Christian Lillinger (drums) en Jonas Westergaard (contrabas), waarbij in een lange in vieren verdeelde improvisatie langzaam verschuivingen worden geïntroduceerd. Het bijzondere is dat ondanks de schijnbaar neutrale context en minimale uitgangspunten de muziek telkens krachtige spanningsbogen ontwikkelt. Dan wordt ook duidelijk hoe belangrijk de individuele expressievitit op de vierkante millimeter is. De werkwijze vraagt niet alleen een grote zelfbeheersing van de muzikanten, maar ook wat geduld van de luisteraar. Lillinger bevestigt hiermee zijn belang als veelzijdige percussionist en bracht het album ook op zijn eigen label uit.