Sam Cooke kwam rechtstreeks uit de kerk. Hij was gospelzanger en maakte de overstap naar een werelds publiek. Er volgden kolossale hits, maar bij een gevalletje huwelijksontrouw werd hij doodgeschoten in een slonzig motel. Desondanks werd zijn song A Change Is Gonna Come een anthem voor de Civil Rights Movement. Een deel van zijn oeuvre (1957-1960) is nu bijeengebracht.
Tekst: Coen de Jonge
Wat hebben we in handen?
Een boxje met vijf cd’s en een boekje. Daarin het oeuvre van soulzanger Sam Cooke (1931-1964) dat hij tussen 1957 en 1960 opnam voor het label Keen. Het gaat daarbij zowel om albums (vier echte, plus een hitverzameling) als een aantal losse singles. Meestal in mono, enkele in stereo. De aanleiding? Op 22 januari 2021 zou Sam Cooke 90 zijn geworden. Men is er dus vroeg bij.
Wat zit er allemaal in?
Een flink stel hits en interpretaties van standards. De eerste klap was meer dan een daalder waard: Send For Me werd een kolossale hit, die van Sam Cooke vrijwel in een klap van gospelartiest en lid van de gospelgroep The Soul Stirrers tot een seculiere zanger maakte.
Daar ging wel wat aan vooraf. Cooke had het liedje in december 1956 al eens opgenomen voor zijn toenmalige label Specialty Records, dat voornamelijk was gericht op zwarte muziek. Maar de eigenaar had dusdanig bezwaar tegen het gebruik van blanke dames in het achtergrondkoortje – ze zouden de ‘black sound’ teveel doen verwateren – dat hij Cooke uit zijn label gooide.
Sam Cooke ging vervolgens met de opname naar Bob Kean van Keen Records, die er onmiddellijk de potentie van inzag: ‘Screw the black market. This is a pop record, daddy-o!’ Hij had gelijk: in juni 1957 werd een nieuwe opname van You Send Me gemaakt, en die kwam zomaar op nummer één van zowel de R&B Chart als de Billboard Pop Chart.
De song was ook een bouwsteen voor een nieuw genre dat zich inmiddels had aangekondigd: soulmuziek. Keen Records bracht de plaat eerst als single uit, met op de flipside een opname van Summertime (wat bij Specialty ook al ergernis veroorzaakte, want een song van Gershwin, dat hoorde niet bij een ‘race record’). Eigenlijk was Summertime zelfs bedoeld als A-kant, maar de dj’s in het land beslisten anders.
In hetzelfde jaar bracht Keen Records de langspeelplaat Songs By Sam Cooke uit met You Send Me als voornaamste trekpleister; het is het eerste album in deze verzameling. Naast zijn eigen hit was de plaat gevuld met een mengelmoes van standards (That Lucky Old Sun, Ol’ Man River, That Lonesome Road) en recente pophits als Tammy en Around The World.
Het jaar daarop werd een tweede album uitgebracht, met de titel Encore. Hierop zong Cooke louter standards. De plaat had een meer jazzy karakter dan de eerste, wat op de cover nog eens nadrukkelijk tot uiting kwam. Ook het derde album (van begin 1959) bewoog zich in hetzelfde spoor; het was een hommage aan zangeres Billie Holiday, nu met begeleiding door r&b-arrangeur René Hall, en bood een selectie uit haar oeuvre. Cooke zong ze geheel in zijn eigen stijl.
Datzelfde recept gold ook voor zijn laatste plaat op het Keen-label, The Wonderful World Of Sam Cooke. De titelsong (What A) Wonderful World, niet te verwarren met het succesnummer van Louis Armstrong, werd ook weer een grote hit. Een song van Lou Adler en Herb Alpert, die door Keen in april 1960 ijlings als single op de markt werd gebracht, toen Cooke al was vertrokken naar het grote label RCA.
Krijgen we een goed beeld?
Gedeeltelijk. Kan ook moeilijk anders, omdat we de gospeljaren van Cooke als lid van The Soul Stirrers hier niet meekrijgen. Idem de RCA-jaren na 1960, met enorme successen als Twistin’ The Night Away en Cupid. Het merendeel van de Keen-albums was gericht op het lanceren van Cooke als mainstream-artiest, waardoor we zijn achtergrond als gospelzanger (en gelovig man) niet zo kunnen waarnemen. Zijn laatste studioalbum voor RCA (Ain’t That Good News, 1964) liet die roots weer duidelijker horen, omdat Cooke inmiddels meer vrijheid had gekregen. Wel merken we meer van Cooke’s achtergrond in het album Hit Kit, een compilatie met singles die hij naast de voldragen albums maakte. Daarop staan een aantal fikse hits (Only Sixteen, Everybody Loves To Cha-Cha-Cha en You Were Made For Me) die duidelijk gericht waren op succes in de charts maar ook veel eigen inbreng van Cooke hadden gekregen.
Verhaal erachter?
Het is moeilijk om je hele leven als een heilige rond te gaan. Zo ondervond ook Sam Cooke. Diens jeugd was doordrenkt van diep-christelijke overtuigingen, maar hij raakte op zeker moment ook in de ban van bokser Mohammed Ali, de Civil Rights Movement en Malcolm X en The Nation of Islam. Cooke’s song A Change Is Gonna Come (geschreven nadat hij geïnspireerd was geraakt door Bob Dylans Blowin’ In The Wind) werd zelfs een lijflied in de strijd voor burgerrechten.
Maar net als Malcolm X blonk Sam Cooke niet echt uit in huwelijkstrouw. Op 11 december 1964 nam hij na een met drank overgoten party in Santa Monica een meisje mee voor een vrolijke afsluiting. Hij zocht daarvoor geen mooie villa of een stijlvol hotel uit maar een morsig motel, waar niemand hem waarschijnlijk zou herkennen.
Een poosje later bestormde Cooke het kantoor van de vrouwelijke hotelmanager en begon gigantisch stennis te maken – slechts gekleed in schoenen en een sportjack. Zijn date was namelijk door het raam verdwenen met de rest van zijn kleding. Cooke maakte zo’n gewelddadige indruk (hij had de deur van het kantoor uit de hengsels geschopt) dat de (zwarte) employé tijdens een handgemeen een vuurwapen pakte en Cooke neerschoot.
Twee weken later bracht RCA de single A Change Is Gonna Come uit.