Op zijn 36ste album onderstreept Ben Sidran nog eens zijn predikaat van allereerste jazzrapper. Hij liet zich hier inspireren door literaire grootheden als Albert Camus, George Orwell, Lewis Carroll en Garcia Lorca in een viertal nieuwe tracks, voorzien van spannende titels als respectievelijk Blue Camus, A Is For Alligator, Wake Me When It’s Over en The King Of Harlem. Verder bestaat dit vijfenveertig minuten durende album uit vier langere instrumentals, waarop Sidran’s uiterst verfijnde less-is-more groove (in live-recorded-setting) des te duidelijker doorschijnt. Dit enorme pakket raffinement wordt gestuurd door de (wurlitzer-) piano van Sidran, gedragen door het ritmetandem van bassist Billy Peterson en drummer Leo Sidran, en ingekleurd door het hammondwerk van broer Ricky Peterson. Dat dit album slechts 3,5 sterren scoort, komt doordat het tegelijkertijd tot mij kwam met de voorganger Don’t Cry For No Hipster, Sidran’s ijzersterke statement omtrent het uitstervende jazzfenomeen the hipster. Dat album werd hier in 2012 niet uitgebracht en ontging daardoor velen, en dat is heel jammer, want het is een mijlpaal in Sidran’s carrière: vocal jazz in de puurste vorm en perfect geproduceerd!
Sjeng Stokkink