Zou het dan echt het allerlaatste grote concert zijn van (be)bop pianist Rein de Graaff?! Zestig jaar zit de Veendamse pianist in het vak, hij organiseerde grote tournees met Amerikaanse helden als Hank Mobley, Lee Morgan, Dexter Gordon, Sonny Stitt, Lee Konitz en Johnny Griffin.
Door Angelique van Os en Rik van Boeckel, beeld Daniel De Borger
In de Madeira zwaait hij af met zijn trouwe ritmesectie, Marius Beets (b) en Eric Ineke (d). Centraal staat vandaag de altsax (Alto Madness) met Maarten Hogenhuis, Marco Kegel en Tineke Postma. In het concert ligt de nadruk op standards van Charlie Parker, zoals Ornithology, Miles Stones no. 1 en Confirmation. Alles wordt kundig vanuit de traditie gespeeld. Mooie lange lijnen wisselen snelle fraseringen en technische hoogstandjes af. Toch gaat het snel wat vervelen, wat mede komt doordat de saxofonisten elkaar in elk stuk afwisselen met lange solo’s, gevolgd door de meester zelf.
Ronnie Cuber
De Graaff kan natuurlijk niet het podium verlaten zonder bijdrage van een Amerikaanse gast. Baritonsaxofonist Ronnie Cuber is al veertig jaar bevriend met de pianist en past goed in deze setting. Hij moet er even inkomen, wat met name door het hoge tempo komt. Maar hij heeft er nog zichtbaar plezier in. Enerzijds is het jammer dat het laatste concert van Rein de Graaff met zijn trio zich volledig in dienst stelt als een begeleidingstrio, in plaats van zelf te schitteren. Anderzijds zegt het iets over het plezier dat de pianist jaren lang heeft gehad door met gasten te werken.
Sterke vocalisten
De Amazon is verruild met de Darling, wat bij het publiek voor wat verwarring zorgt. Het Metropole Orkest presenteert een interessante samenwerking met drie sterke vocalisten: Lizz Wright, Becca Stevens en de Cileense Camila Meza. En niet te vergeten een gastrol voor dirigente Miho Hazama, de van origine Japanse die in New York ontdekt is als veelbelovend componist, arrangeur en dirigent.
Wright en Stevens waren al veelvuldig te zien op North Sea. Hazama is een wat minder bekende naam, die tevens verdienstelijk gitaar speelt. De Chileense bijt het spits overtuigend af na een instrumentale introductie van het MO.
Vervolgens betovert Wright de zaal met een prachtig ingetogen versie van Neil Young’s Old Man, waarbij Hazama fraai de tweede stem vertolkt en Becca Stevens gitaar speelt. Kippenvel volgt wanneer Stevens haar avontuurlijk Queen Mab inzet, mooi meerstemmig gezongen. Het orkest glanst ook in het dromerige arrangement, wat steeds dynamischer en donkerder wordt. Het is fijn om te zien dat de vocalisten elkaar versterken in plaats -wat vaak het geval is- ieder hun eigen ding doen. Het maakt het concert levendiger, afwisselender en daarbij mengen de stemmen ook erg goed. Een gouden combinatie.
Trio met humor
Van een grote bezetting gaan we over naar het altijd vooruitstrevende Bobo Stenson Trio. De Zweedse veteraan draait alweer veertig mee waarbij zijn breed georiënteerde smaak altijd de boventoon voert. Ook nu schakelt hij met zijn sterke medemusici Anders Jormin (b) en Jon Fält (d) even gemakkelijk van een standard naar een vrijer, folkachtig stuk, zoals Silla. Soms blijft hij wel wat lang hangen in een bepaalde groove en sfeer, maar het zijn de kleine accenten die het verschil maken. En wanneer de heren op stoom zijn, dan weten ze zelfs van een eenvoudige melodie een creatief, uitdagend geheel te maken. Ook blijven ze de ruimte opzoeken en verwerken humor in hun spel. Vooral drummer Fält daagt de andere twee uit, wat voor een mooie interactie zorgt. Inclusief harde kreten, getokkel en zacht aaien op de Toms. Ook de geheel eigen stijl van Jormin spreekt tot de verbeelding. Nog altijd een trio om te koesteren.
Maar toen wachtte Dee Dee Bridgewater in de Amazon.
De zangeres heeft al diverse malen op North Sea Jazz gestaan en bracht in 2005 het album J’ai deux amours’ uit. Dat album is een bewerking van Franse chansons die ze koppelde aan de Amerikaanse muziektraditie.
Dee Dee Bridgewater woonde 24 jaar in Frankrijk en bracht met een geweldige band repertoire van J’ai deux amours. Haar optreden was grandioos. Accordeonist Marc Berthoumieux zette nog voor ze opkwam samen met Louis Winsberg (gitaar), Ira Coleman (contrabas) en Minino Garay (drums/percussie) meteen een Franse sfeer neer. Bridgewater begon met het titelnummer van het eerder genoemde album; een hommage aan Josephine Baker, vertelde ze het publiek.
Ze creëerde al zingend een sfeer alsof we niet in de Amazon waren maar in een Frans cabaret. Ze zong afwisselend in het Frans en Engels. Het pittige La mer werd Beyond the sea. Jacques Brel’s Ne me quitte pas kreeg een fantastische uitvoering. Bridgewater kroop in de huid van de vrouw die niet verlaten wil worden. Mon homme (in het Engels My man) was een mix van Amerikaanse swing en Franse chanson.
En zo ging het door in Dee Dee Bridgewater’s niet van humor gespeende chanson en swingshow. Gilbert Becaud’s Et Maintenant en Claude Nougaro’s Dancez sur moi waren al erg goed met een soepel dansende Dee Dee die tijdens de laatste een soort innerlijke dialoog hield. Maar ook Les feuilles mortes en het dromerige La vie Belle waren erg goed. Ze sloot af met een briljante uitvoering van het welbekende La vie en rose. En ging na het ovationeel applaus handen schuddend de coulissen in.