“Maar liefst twee dagen Jazzdag..dat laat zien hoe rijk aan ideeën en boordevol nieuwe muziek de jazz is” zo begint het programmaboekje van de Jazzdag 2015. De showcases tijdens de vrijdag bewezen zeker hoe springlevend de Nederlandse jazzscene is.
Door Rik van Boeckel
Boy Edgarprijs voor Tineke Postma
Na de diverse seminars die vroeg in de middag begonnen waren, werd rond kwart voor 5 de winnaar van de Boy Edgar Prijs bekend gemaakt. Winnaar, nee winnares: saxofoniste, componiste en bandleider Tineke Postma. “Wat bij Tineke Postma vooral opvalt is de combinatie van kosmopolitisme en Hollandse nuchterheid. Hoe een in principe bescheiden Friese musicus carrière in de Verenigde Staten maakte met haar eigen Amerikaanse band en samenwerkte met niet de minsten. Zowel op alt- als sopraansaxofoon is haar toon klip en klaar, direct en zonder opsmuk. In haar bagage is geen plaats voor cliché’s, fratsen of mooidoenerij, ze kiest haar noten zorgvuldig en heeft daarbij een bijzonder gevoel voor melodie en harmonie,” zo werd zij in het juryrapport geprezen. “Een verdere constante in de loopbaan van de saxofonist is dat zij een uitstekende bandleider is. Vanwege haar respect voor andermans kunnen, heeft ze in haar eigen groepen een ontvankelijke en derhalve natuurlijke autoriteit. Dat betaalt zich uit in ieders muzikale
bijdrage en trekt haar ensembles ongetwijfeld naar een nog hoger
niveau. Ondanks het feit dat Tineke Postma een gevestigde naam en een
onmiskenbaar ambassadeur voor de Nederlandse jazz is, beschikt ze over
meer dan voldoende eigenheid, bravoure, passie en potentie, om zich
zowel in Nederland als daarbuiten verder te ontwikkelen en te
profileren met haar geheel eigen vorm van eigentijdse jazz.”
Tineke was zelf verrast de prijs te krijgen die 9 december feestelijk wordt gevierd in het Bimhuis. “Ik vind het een enorme erkenning en waardering voor wat ik doe en ik ben helemaal geïnspireerd om door te gaan,” vertelde ze kort na de uitreiking.”Dat had ik al maar nu is het een extra boost om mijn muziek te verdiepen en te verbreden. Ik had het totaal niet verwacht, werd helemaal overrompeld. Ik zie het als een verplichting om de jazz naar de mensen te brengen. Jazz heeft het imago van gecompliceerd te zijn, voor een kleine groep mensen maar dat is onzin. Ik hou ervan muziek te spelen met risico. Ik hou van risico’s nemen maar probeer wel die melodie en emotie erin te betrekken, anders wordt het een soort van oefening en daar raak je het publiek mee. Ik denk dat ze het gewaardeerd hebben. Ik hou ervan om mezelf in situaties te brengen waarin ik mezelf niet helemaal comfortabel voel, op het puntje van mijn stoel moet zitten en dat haalt bij mij het beste naar boven. Zowel met de Amerikanen met wie ik werk zoals Terri Lyne Carrington en Greg Osby als met mijn Nederlandse kwartet. Ik speel graag met Nathalie Loriers (pianiste van het Brussels Jazzorchestra-RvB) en haar trio. Dat zijn allemaal situaties waarin ik word uitgedaagd om zo mooi mogelijk te spelen en niet op de automatische piloot.”
Na de prijsuitreiking en de Buma borrel begon de avond met de introductie van North Sea Round Town waarvan de tweedaagse Jazzdag werd aangekondigd als kick-off. Pianist Sebastiaan van Bavel trapte af in de grote zaal van Lantaren Venster met zijn trio waarvan Guus Bakker bassist Maciej Domaradzki verving en Remy Troost op de drums excelleerde. Het werd een geslaagd optreden met ook een sterke rol voor Guus Bakker die niet eens had kunnen repeteren. Van Bavel liet in zijn lichtvoetige pianospel op de Steinway soms ook latin elementen doorsijpelen. De eerste compositie The Ramster was gebaseerd op een New Orleans groove, de dwingende lichte noten van Van Bavel waren mooi en verfrissend. In Mordicus Voor en Tegen waren regelmatig intervallen te horen, de stukken werden goed opgebouwd.
Omdat net als op North Sea Jazz veel optredens tegelijkertijd plaatsvonden, was het onmogelijk alles te zien. Andere showcases vonden plaats in de foyer van Lantaren Venster, in de bibliotheek en de balszaal van Hotel New York en in het Jazzmuseum en Kantine Walhalla op Katendrecht. Daarvoor moest een wandeling worden gemaakt de brug over. Sfeervol dat wel maar net iets te ver weg.
In de theatrale sfeer van Kantine Walhalla was de mix van Argentijnse muziek, tango en jazz van Antimufa zeer op zijn plek. Naast de tango speelde Antimufa stijlen als chacarera en milonga. De experimentele bewerking van La ultima curda, een traditionele tango, was gewaagd maar in Argentijnse handen zeer geslaagd. Maar het swingende Milonga de mis amores was nog het beste. Geen bandoneon maar elektrische gitaar, trombone, klarinet en contrabas. Je hoorde de jazz door de tango en de milonga heen.
In de foyer van Lantaren Venster kreeg het energieke optreden van de Nederlands/Deense formatie Traeben veel bijval van het publiek. Traeben verwerkt elementen uit de rock in hun muziek maar speelt ook lyrische ballads.
Zeer verrassend was het optreden van de jonge pianist Julian Schneemann in de grote zaal. Met 7 musici bracht hij een soort moderne symfonie met jazz die tegen klassieke muziek aanleunt, met veel melodische en dynamische variaties en dramatiek. En een instrument dat weinig in de jazz wordt gespeeld: de fagot.
In Hotel New York bracht een andere pianist van de nieuwere generatie Frank Windemuller jazz met een impressionistisch karakter. In de bibliotheek van Hotel New York waren ook verschillende optredens zoals van de jonge in Nederland wonende Russische jazzzangeres Alina Engibaryan, gezegend met een goede stem en voorzien van een sterke jazzsound. In de foyer van Lantaren Venster klonk vervolgens de vocale experimenteel getinte muziek van Kukushai, een groep die via de expressieve vocalen buiten de gebaande paden treedt. Interessanter was Pieter Bast E.S.P Quintet. Drummer Pieter Bast kreeg een aantal jaar terug het idee om Europese jazz een standaard status te verlenen, daarvoor richtte hij het European Standards Project ( E.S.P) op en brachten zo een fris geluid de moderne jazz binnen. Naast Pieter Bast zelf viel vooral trombonist Michael Rorby op door het pittige spel op zijn instrument. In de laatste door Jimi Hendrix geïnspireerde compositie The Thrill tapte Pieter Bast uit een ander vaatje en mixte afrobeat met jazz.
Er waren nog meer mooie optredens te zien, onder andere van Naked Wolf, The Ambush Party, Roos Jonker, GOSTO, The Other Woman en Hermine meets Zapp4. De Zweedse zangeres Ellekari Sanders trad op onder de naam The Other Woman in het Jazz Museum Rotterdam. Ze heeft een heel eigen geluid en een minimale en eigenzinnige performance.
In de grote zaal trokken de optredens van Ntjam Rosie en de Rumbata Beat Band veel aandacht. Voor de hoogzwangere Ntjam Rosie was het optreden een echte thuiswedstrijd want ze presenteerde in dezelfde zaal februari dit jaar haar laatste album The One. Haar mix van soul, gospel en world sloeg zoals te verwachten viel goed aan. Meer dan andere artiesten zoekt de in Kameroen geboren zangeres het contact met het publiek. Songs als The One en Dear To Me bracht ze vol overtuiging, maar ook een mij onbekende song: Sissy Sambo. “Sissy betekent soul, Sambo God,” legde ze het publiek uit. “Zing het met mee”. Deze afrosoul was erg goed.
De Rumbata Beat Band ( met 7 blazers) zorgde onder leiding van conguero Jaime Rodriguez voor een swingende afsluiting. Hun groovy big band jazz, met als basis de muziek van Latijns Amerika, was super catchy. Kum Bam Biam Bu Loko ( van het album Once again-2014), een compositie van pianist Marc Bischoff), was een regelrechte knaller. Met goede solisten als Efraim Trujillo (tenorsax) en Gerrit Jan Binkhorst (fluit) in de gelederen leidde de Rumbata beat van Rodriguez de vrijdag van de Jazzdag uit.
Zaterdag won de Franse band Flash Pig de European Jazz Competition. Dit zei de jury over de winnaar: “Hun laatste nummer was magisch. Ze hadden een verhaal te vertellen, gevoel voor de jazztraditie en humor”. Over de beste solist, Michael Wierzgori van het Ostrich Quartet uit Tsjechië, zei de jury: “Hij is inventief en zeer actief, heeft het overzicht en is de drijvende kracht achter de band.”