Shemekia Copeland geldt vandaag de dag als de grootste blues- en americanazangeres. Geboren en getogen in Harlem, New York kreeg ze de blues met de paplepel ingegoten. Ze debuteerde als twaalfjarige in de Cotton Club, waar haar vader, zanger-gitarist Johnny Copeland, regelmatig optrad.
Vanaf haar debuutalbum Turn The Heat Up uit 1998 gaat het hard met de loopbaan van Shemekia Copeland. Ze deelde het podium met grootheden als Bonnie Raitt, Eric Clapton, Carlos Santana, Dr. John en Keith Richards, trad op als voorprogramma van The Rolling Stones en verzamelde tal van prestigieuze awards.
Grootste muzikale invloed: vader Johnny Copeland
Shemekia’s grootste muzikale invloed is haar vader zanger-gitarist Johnny Clyde Copeland (1937-1997), geboren in Haynesville, Louisiana en opgegroeid in Houston, Texas, waar hij gitaar leert spelen van Joe Hughes. Gedurende de jaren vijftig speelt Copeland in de plaatselijke clubs en in februari 1958 debuteert hij met de single Rock And Roll Lilly. Als het discotijdperk is aangebroken, verhuist Copeland in 1976 naar Harlem, New York, waar hij in het clubcircuit zijn vrouw Sandra ontmoet. Drie jaar later komt Charon Shemekia ter wereld. Ze groeit op met drie zussen en een broer in een klimaat van hiphop en disco, maar ontwikkelt een voorliefde voor blues, soul en gospel.
Vanaf haar zestiende nam haar vader haar regelmatig mee op tournees en dan opende zij zijn shows met enkele songs. “Toen zijn gezondheid halverwege de jaren negentig achteruitging, zong ik de hele eerste set met zijn band en nadat hij op nieuwjaarsdag 1997 een harttransplantatie had ondergaan, nam ik zijn complete optredens over. Zijn nieren en longen begaven het en op 3 juli is hij overleden. Ik was achttien en nam me voor om zijn werk voort te zetten.”
Politieke en sociale teksten op nieuw album ‘Uncivil War’
Copeland zingt op haar recente albums steeds meer politiek en sociaal geladen teksten. “Mijn manager John Hahn schrijft de meeste teksten. We bellen elkaar dagelijks, praten over elkaars leven en over het wereldgebeuren. Soms komt hij met een tekst die helemaal af is, andere keren kom ik met een voorstel en mailt hij na een tijdje de woorden. Bijvoorbeeld van Clotilda’s On Fire, het lied op mijn nieuwste album Uncivil War over het laatste slavenschip dat in 1859 aanmeerde in Mobile Bay, Alabama. Producer Will Kimbrough kwam met het idee, waarna John het verwoordde. Voor Uncivil War leverden Steve Cropper, Kingfish, Jerry Douglas en rockicoon Duane Eddy bijdragen.”
Het volledige interview met Shemekia Copeland is te vinden in Jazzism #1 van dit jaar. Gemist? Je kunt losse nummer aanschaffen in onze webshop.
(foto: Mike White)
