Vlak voor aanvang van het slotconcert van het Holland International Blues Festival klinkt luid de tune van de befaamde westernserie ‘Bonanza’ uit de enorme luidsprekers op het podium. Om zich herkenbaar te maken had de chauffeur die Joe Bonamassa van Schiphol moest oppikken die naam dan ook keurig op het scherm van zijn tablet gezet: ‘Mr. Bonanza’. “Close enough to recognize myself” vertelt Joe tijdens zijn concert, nog even nagenietend van deze naamsverwarring.
Door: Roland Huguenin
Fotografie: Joke Schot
Bluesmuziek stond lang te boek als muziek van de duivel, terwijl het genre, net zoals gospel, ontstond uit de negrospirituals die werden gezongen door Afrikaanse slaven in het zuiden van de Verenigde Staten.
Historisch gezien is blues de bakermat van bijna alle populaire Westerse muziekstijlen in deze tijd. Bluesmuziek ontwikkelde zich ook autonoom en werd later weer vermengd met roots, jazz, fusion, rock, funk en soul. Rond 1960 maakte blues de oversteek naar Europa en had vooral veel invloed op de Britse popmuziek. lues is de oer-smartlap. In eenvoudige liedjes wordt naast vreugde, vooral zweet, pijn en leed doorleefd of bedwongen. Sentimenten die worden vertaald in sterk uitvergrote muzikale gebaren.
Cuby & the Blizzards (C+B) werd door blueszanger Harry Muskee (1941-2011) opgericht in Grolloo. Muskee woonde er jarenlang in een boerderijtje, dat tevens als repetitieruimte voor C+B fungeerde en dat sinds 2011 is ingericht als museum. Met hun muzikale successen zetten C+B Nederland voor de blues op de kaart.
Johan Derksen (Voetbal Inside) was bevriend met Muskee en heeft een passie voor blues. Met zijn even zo gepassioneerde vrienden Gregory Elias en Jan Lagendijk (beiden ondernemer) bedacht hij een groot jaarlijks bluesfestival, naar voorbeeld van het Monterey International Pop Music Festival, in 1967 het hoogtepunt van de ‘Summer of Love’. In Grolloo zouden de grote namen, maar vooral ook de jonge talenten moeten komen optreden.
In 2016 ging het HIBF van start. Sindsdien transformeert het Drentse dorpje twee dagen per jaar tot een sfeervolle ontmoetingsplek voor liefhebbers van het bluesgenre. Afgelopen weekend vond de derde editie plaats.
Joanna Connor, goedlachs en bescheiden
Eerst maakte ze tijd voor de opvoeding van haar kinderen. Daarna gaf ze haar eigen carrière een kans. Joanna Connor opent de derde editie van HIBF. Ze creëert een mooie balans tussen ronkende bluesrock en intieme liedjes. Goedlachs en bescheiden als ze is, heeft ze weinig overeenkomst met een rockbitch. Wel legt ze ziel en zaligheid in haar songs. Met een beetje galm en veel distortion verandert ze haar gitaar in een symfonisch monster. Tegen het einde van het concert neemt Joanne de gitaar van haar bassist ter hand en speelt een virtuoze slampartij. Een genadeloze troef.
‘King’ Solomon Hicks
Verrassend is het optreden van zanger en gitarist ‘King’ Solomon Hicks (1996), die al op zijn 13e begon te spelen in New Yorks befaamde Cotton Club. Hicks is een natuurtalent. Hij is stilistisch begaafd en maakt indruk met zijn subtiele, soepele stijl. Dat resulteert in vrij gladde, maar toch ook pakkend jazzy ‘stadsblues’.George Benson’s stijl citerend, scat hij unisono mee met zijn gitaar. ‘King’ Solomon is getooid met de bijnamen Lil’ B.B. en East Montgomery. Stilistisch blijft hij erg dicht in de buurt van zijn grote voorbeelden.
Walter Trout, godfather
Voor velen is Walter Trout de godfather van de hedendaagse bluesgeneratie. Zelf blijft hij onder de indruk van zijn grote voorbeeld B.B. King. Trout speelt de meeste stukken in medium tempo en zet daar waanzinnig snelle solo’s overheen. Ook vocaal beweegt hij tussen twee uitersten: ingetogen of met krijsende uithalen. Hij is als geen ander in staat om ontspanning in die tegenstelling te brengen.
Na een levertransplantatie was hij enkele jaren geleden totaal uitgeput en moest hij opnieuw gitaar leren spelen. Na deze inzinking schreef hij prachtige nieuwe songs die hij meeslepend en diep ontroerd met zijn publiek deelt.
Jeff Beck, zeer geinspireerd
Jeff Beck heeft de iconische status van een cultheld. Zijn klasse is onovertroffen en hij beheerst de elektrische gitaar tot in de finesses. Grolloo was bevoorrecht met zijn komst. De geraffineerde muziek en de mooie, beurtelings romantische, mystieke of lyrische sound, die hij met zijn groep creëerde, stond in groot contrast met de voorafgaande acts. De melodische opbouw van de muziek werd gesteund door onvoorspelbare arrangementen. Bijzondere aandacht trok de rol van de cello in zijn groep. Als een orakel trok Beck zijn eigen, bij vlagen zeer geïnspireerde plan.
Ex-Beatle Ringo Starr met zijn all star band, Steve Lukather op gitaar
De eerste dag werd bezegeld door Ringo Starr. Met amper verholen bewondering werd vrijdagavond uitgekeken naar de opkomst van het voormalige Beatles-lid. Bijna 50 jaar na dato is Ringo fit en springlevend. Als geen ander bleek hij in staat om zichzelf en zijn rol in de popgeschiedenis te relativeren. Hij was een even dienend als gedreven lid van een band die elk metier verre oversteeg en uniek zal blijven in de wereldwijde muziekgeschiedenis. Deze editie van de All Starrs Band bestond uit Steve Lukather (Toto) en Colin Hay (Men at Work) op gitaar, Gregg Rolie (Santana, Journey) op keyboards, Graham Gouldman (10CC) op bas, Warren Ham op saxofoon, keyboards en percussie en Gregg Bissonnette op drums. Deze mix van sterren was goed voor een aaneenschakeling van ontroering en kippevel-momenten. Van alle bandleden werden voormalige hits gespeeld. De uitvoering daarvan was steeds authentiek en onbetwistbaar.
Ook de tweede HBIF-dag gaat zonovergoten van start. In grote getale slenteren de mensen door de smalle straatjes van Grolloo. Op de afgeladen terrassen wordt genoten van ijskoude biertjes en warmen plaatselijke bandjes de bluesharten alvast een beetje op.
Vandaag staan er opnieuw vijf concerten op het programma. Met 63 is Tommy Castro de veteraan in dit gezelschap. Hij opent de dag. Daarna is de beurt aan de jongere generaties bluesartiesten.
Tommy Castro & The Painkillers nemen een dampende aftrap met meeslepende bluesrock. Met een opgeruimd humeur en een grote dosis plezier vult Castro het eerste uur met een mix van stijlen uit het diepe zuiden van de VS. Zijn fraai opgebouwde solo’s geven hem vleugels en brengen de zaal in een milde extase. Meestergitarist Castro is één met zijn strak spelende band.
De bijzonder getalenteerde Marcus King
Iemand een wonderkind noemen werkt stigmatiserend en vergelijkingen doen ook geen recht aan iemands werk. Verwondering uitspreken over een bijzonder getalenteerde blueszanger, gitarist en componist, die in zijn verschijning, stijlkenmerken en verpletterende acties ondanks treffende gelijkenissen een uniek talent bezit, is een aanvaardbaar compromis. Marcus King is jong (21), oogt nog wat jonger, maar zingt en speelt met de rijpheid van een gelouterde artiest. Zijn spel toont de beheersing van de geroutineerde muzikant. In zijn gedrevenheid eist hij het uiterste van zichzelf. King zet een act neer die bewondering afdwingt. Hij is dan ook de gerespecteerde leider van een toffe jonge band, waarin ook een sterke blazerssectie is opgenomen. King had niet misstaan in Monterey.
Laurence Jones is de gedroomde protégé van de blues. Samen met zijn enthousiaste jonge band is hij de publiekslieveling van het festival. Met goed gearrangeerde bluesrock brengt het zestal een afwisselende show. Jones’ gitaarspel is geavanceerd, licht, vloeiend en overtuigend, maar nooit opdringerig. Hij speelt bevlogen en is soms een tikje romantisch, maar dat is acceptabel als je jong en succesvol bent. Zijn heldere stemgeluid, dat is voorzien van een rauw randje, heeft de touch van een bevlogen soulvolle blueszanger. De twee achtergrondzangeressen geven sterke feedback op zijn zang.
Erwin Jave: indrukwekkende solo
Jones is een veelzijdige artiest die nu al in staat blijkt om een sterk programma te presenteren. Zijn goed opgebouwde show leidde naar een onvermijdelijke extase. Die kwam bij de aankondiging van een gastoptreden van ex-C+B-lid Erwin Java. Jones kondigde ‘Window of my eyes’ aan en deed een stapje terug voor een indrukwekkende solo van Java. Bij dit moment van Hollandse bluesnostalgie werd het heel stil in de zaal. Jones haakte bescheiden aan voor een ontroerend duet met Java. We hopen dat Erwin Java vaker mag meedoen in Grolloo.
Dat de goedlachse Joanne Shaw Taylor veel schik heeft in gitaar spelen, spat er duidelijk van af. In haar enthousiasme gaat ze voor de volle 100 procent. Haar spel is stevig en heeft veel souplesse. Bij elke extatische uithaal gooit ze haar hoofd vol overgave in haar nek, waarbij haar lange blonde haardos wordt gekatapulteerd. Joanne Shaw Taylor speelt bluesrock met jazzy elementen. Haar hese stem past daar goed bij. Haar songs zijn vrij eenvormig en worden na een tijdje net iets te voorspelbaar.
Gedurende de dag bleven veel mensen buiten, men keek onder het genot van een drankje naar de beeldschermen. Maar bij de onbetwiste hoofdact is de enorme festivaltent stijf afgeladen. Joe Bonamassa, gehuld in een staalblauw kostuum en getooid met strak om zijn hoofd gebogen goggles, brengt dan ook met overmacht de heetste act van deze editie van HIBF. Hij windt er geen doekjes om en bereikt al kort na de eerste noten een eerste kookpunt. Feitelijk heeft Bonamassa geen introductie meer nodig, al blijft het fascinerend om hem te zien spelen. Met de souplesse van een roofdier gaat de Amerikaan te werk. Alle akkoordschema’s en riffs vloeien feilloos door zijn vingers, die in moordend tempo over de snaren bewegen. Met zijn band, een goed geoliede machine, speelt hij in hoog tempo al zijn bekende songs. Zijn achtergrondzangeressen, speciaal voor dit festival overgekomen uit Australië, completteren de wervelende show met een gloedvolle finishing touch.