Voor Jazzism recenseerde Coen de Jonge de nieuwe plaat van HOT, Het Orgel Trio.
De leden van het trio HOT (klarinettist Steven Kamperman, organist Berry van Berkum en bassist Dion Nijland) kun je de 17e-eeuwse componist Jan Pieterszoon Sweelinck best vergelijken met Miles Davis. Die gebruikte toch ook liedjes uit de populaire cultuur voor zijn eigen improvisaties? HOT grijpt wel wat verder terug dan The Black Prince; Malle Sijmen en EngelscheFortuyn staan niet meer in de Top 2000 maar Kamperman c.s. doen net alsof het jazzstandards zijn. Voor de rest zijn het keuzes uit de Lied Variaties die Sweelinck ooit zelf gebruikte voor zijn orgelspel. Titels? Mein junges leven hat ein End, Ballo del Granduca, Ick voer al over Rhijn, Onder een linde groen, Poolsche Dans – ze worden gebruikt voor vrije improvisaties, gespeeld op twee orgels in de Utrechtse Nicolaï Kerk. Jazzliefhebbers kunnen opmerken dat de blues als inspiratiebron wel ver weg is bij Sweelinck, maar een bijzondere luisterervaring vormen deze 12 stukken absoluut.
Coen de Jonge
HOT (Het Orgel Trio) Sweelinck – New Jazz From The 17th Century