In België begint het al een begrip te worden, in Nederland is het nog niet erg bekend, maar het Brussels Jazz Festival dat dit jaar voor de derde keer werd gehouden heeft een programma om de vingers bij af te likken.
Tekst en foto’s: Tom Beetz
Op de openingsavond was het al meteen feest met een echte knaller: trompettist Roy Hargrove.
In het prachtige Flagey theater, een architectonisch juweeltje uit 1935 dat van binnen belegd is met tropisch hardhout uit de Congo beet Hargrove het spits af. Hij was gekomen met de klassieke hardbop-formatie van saxofoon (Justin Robinson) en trompet met de al even klassieke ritmesectie van piano (Sullivan Fortner), bas (Ameen Saleem) en drums (Quincy Phillips).
Zo’n formatie moet superstrak zijn, meedogenloos swingen, zich keihard een weg banen door de akkoorden, en dat was waar deze groep zich net niet kwalificeerde. Het begin was ronduit slordig, waarbij altsaxofonist Robinson swing verwarde met het verbeteren van het wereldrecord noten per minuut. Gelukkig kwam de rust terug toen Hargrove een paar mooie ballads speelde met zijn ronde fluwelen toon, en daarmee een coherente solo opbouwde.
Zelf zei Hargrove in het programmaboekje: “het is zinloos als muziek niets met je doet”. De muziek was niet zinloos, maar het had zeker nog meer met je kunnen doen als de band minder op zekerheid had gespeeld en meer de nadruk zou hebben gelegd op een swingende groove.
Naarmate de avond vorderde werd de muziek meer voorspelbaar met een blues en een Sam Cooke-hit (‘Bring it on home to me’) maar meteen ook een stuk geïnspireerder zodat het publiek uiteindelijk uit de stoelen kwam en enthousiast om een toegift smeekte. Zo werd de openingavond uiteindelijk toch het succes waarop gehoopt werd, een succes dat nog eens grondig werd onderstreept door dj Radio Martiko, die swingende muziek uit de gekste en meest onverwachte uithoeken van onze wereld liet horen.