Blues én jazz. In het geval van de dinsdag op 89-jarige leeftijd overleden pianist en songschrijver Mose Allison een onzalige combinatie. Omdat hij in beide genres thuis was had hij minder werk dan hem toe kwam. Maar onder collega’s en liefhebbers werd hij zeer gewaardeerd.
Geboren in 1927 kreeg Mose Allison de muziek met de paplepel ingegoten. Hij luisterde naar Louis Jordan én Nat ‘King’ Cole. Allison speelde eerst trompet, maar switchte naar piano, en vanaf 1950 trad hij professioneel op.
Vanwege het feit dat Allison zowel blues als jazz speelde, was het voor promotors moeilijk hem te plaatsen, hetgeen hem gedurende zijn carriere veel optredens kostte. Zelf erkende hij dat: ”There’s a lot of places I don’t work, because of what I do.”
Mose Allison nam op voor Prestige, Blue Note en Atlantic, en was goed bevriend met Nasihu Ertegun, de broer van Ahmet. Onder muzikanten werd zijn werk gewaardeerd. The Who, Leon Russel, Bonnie Raitt en The Clash namen werk van hem op, Tom Waits, Van Morisson en Georgie Fame bewonderden zijn muziek. In Nederland werd Allison bekend door Herman Brood, die zijn Going To The City herhaalde malen aan het vinyl toevertrouwde.