Begin april treedt vocalist Michael Mayo 4 keer op in Nederland. Jazzism sprak de zanger na de release van zijn debuutalbum Bones.
Bewerkte tekst van het interview dat Marloes Pieksma had met Michael Mayo voor Jazzism 4-2021
Hoe onwerkelijk moet het zijn om je vader saxofoon te zien spelen bij Earth, Wind & Fire of je moeder te zien zingen bij Beyoncé of Diana Ross. Voor Michael Mayo is dit de normaalste zaak van de wereld. Met een bescheiden maar aanstekelijke lach vertelt hij over zijn jeugd. “Het is grappig dat je als kind niet nadenkt over wat normaal is. Mijn leven was normaal voor mij. Nu weet ik dat het behoorlijk bijzonder is als je als kind backstage mag meekijken met je moeder die het podium deelt met Luther Vandross.”
Nieuwsgierigheid
Geprikkeld door zijn omgeving was de jonge Michael al vroeg nieuwsgierig naar muziek. “Toen ik nog een jongetje was, zat ik eens met mijn moeder in de auto. Ik hoorde haar praten over ‘vibrato’ en wou natuurlijk weten wat dat was.” Het bleef niet bij nieuwsgierigheid. “Ik kan me niet herinneren dat ik ooit niet zong. Ik wist al heel jong dat ik professioneel wou zingen. Dat ik altijd muziek om me heen had, waardeerde ik dan ook enorm. Mijn ouders namen me mee naar repetities, mee op tour en naar shows. Het coole was dat ik muzikanten in hun element zag én zag wat het leven als een muzikant echt inhield.”
Herbie Hancock als mentor
Mayo’s belangstelling voor muziek resulteerde in studeren aan het prestigieuze New England Conservatory of Music. Daarna werd hij toegelaten tot het Thelonious Monk Institute of Jazz, dat inmiddels vernoemd is naar Herbie Hancock. Hancock werd de mentor van Michael, wat een perfecte match bleek te zijn. “Herbie leerde me mijn nieuwsgierigheid toe te passen. Hij leerde me met een bredere blik naar muziek te kijken. Eerst dacht ik in labels – dit is jazz en dat is r&b en ze hebben niets met elkaar te maken. Met de tijd leerde ik dat dat niet het geval is. Elk genre of label is slechts een beschrijving. Het zou niet moeten bepalen wat je wel of niet kunt doen.” Die denkwijze is duidelijk te horen op het album van Mayo dat een samensmelting is van jazz, neo-soul, alternatieve muziek, pop en r&b.
Looperpedaal
Onder de vleugels van Hancock ontdekte Mayo ook de link tussen geluid en technologie. Experimenteren met een looperpedaal speelde hierbij een grote rol. Op Bones is te horen hoe ervaren hij hier inmiddels mee is: het nummer Stolen Moments bevat 250 (!) op elkaar gestapelde vocalen. “In 2018 nam Herbie me als vocalist mee op tournee in Zuid-Amerika. Toen ik terugkwam, besloot ik een album te gaan maken.” Op het debuutalbum zijn nieuwe liedjes te horen, maar ook een paar nummers die Mayo al live uitvoerde met zijn band, zoals The Way en You And You. Om die nieuwe songs te schrijven, gaf de zanger zichzelf vier maanden. Vervolgens nam hij de demo’s op in zijn appartement in New York. “Ik had niet gepland waarover ik zou schrijven, alleen wat de sfeer van het album zou zijn.”
Zo ontstonden bijvoorbeeld Robot Man, Silver And Gold en Bones. Sommige liedjes haalden het album niet, omdat ze qua sfeer geen match waren. “Ik hou ervan om al doende te leren, om te experimenten en te ontdekken. Er ontstaan dan soms ook dingen die niet in het geheel passen of een beetje gek zijn. Another Love is bijvoorbeeld een lied waarbij ik mijn nieuwsgierigheid de vrije loop liet. De beat is een ongebruikelijke combinatie van triolen en zestienden. Toen ik het schreef dacht ik: ‘Hoe zou dat samen klinken? Oh, dit klinkt cool, maar niemand kan dit spelen’. Vervolgens legde ik het voor aan mijn drummer Robin en hij flikte het gelukkig.”
Michaels Bones
Mayo’s nieuwsgierigheid vormde hem tot wie hij nu is. In alle nummers is een stukje Michael terug te vinden, zowel in de muziek als in de teksten. In elk liedje beschrijft hij verschillende levenservaringen, waaronder het uit de kast komen als biseksueel. Het album, dat hij live inspeelde met zijn band, bestaat zodoende uit de bouwstukken, oftewel de bones, die hem vormen. Een onderdeel van zijn ‘bones‘ zijn natuurlijk ook zijn ouders, die hem overspoelden met verschillende muziekgenres, zoals Motown en gospel. Scott Mayo en Valerie Pinkston konden dan ook niet ontbreken op zijn album en zijn te horen op het laatste nummer, Hold On.