Laatste loodjes, finish in zicht. Wat een heerlijke editie toch weer: kleurrijk, divers en kwalitatief vrijwel altijd hoogstaand.
Zie ook blog 1, blog 2 , blog 3, blog 4, blog 5, blog 6, blog 7 en blog 8.
Neem Gregory Porter. Je hebt soulzangers, blueszangers, gospelzangers, jazz-zangers en je hebt Gregory Porter. Van de huidige generatie is er geen ander die alle genres zo makkelijk fuseert en interpreteert, met zo’n volledige eigenheid. Wat hij zingt maakt eigenlijk allemaal niet zoveel uit, al is veel van zijn eigen materiaal ijzersterk: zo gauw de man zijn mond open doet waan je je in heerlijk warm bad. Hij heeft inmiddels vier albums om uit te putten, waarvan de liedjes allemaal even krachtig zijn. Een hoogtepunt van zijn meest recente plaat is Consequence Of Love, maar ook bij oude favorieten als 1960 What eet de bomvolle zaal uit zijn hand. Vooral het vrouwelijk deel van het publiek zucht, kreunt en steunt onder de gloedvolle charmes van deze geweldige teddybeer.
Het duurt even voordat alles technisch werkt in de Volga bij de jonge Noorse groep Pixel, maar dan heb je ook wat. De delay (vertragend, herhalend effect) bij blazers Harrald Lassen (s) en Jonas Kilmork Vemøy zetten direct een sfeerbepalende toon: een open en ver dragende sound. De Noorse jazzscene heeft een scala aan fantastische groepen en regelmatig voegen zich daar nieuwe talenten bij. Dat geldt zeker voor dit kwartet, dat al eerder te zien was in LantarenVenster en het Bimhuis. De blazers spelen vingervlugge (meerstemmige) thema’s, afgewisseld met uitgesponnen melodieën. De groovende puls van bassiste annex Ellen Andrea Wang en John Adur Baar brengt de trein in beweging, de ene keer vanuit poppy straight forward ritmes, dan andere keer vrijer ingevuld. Een band om in de gaten te houden.
Dat in de Yenisei mooie dingen gebeuren is al veelvuldig vertoond dit weekend. Opnieuw zien we Franz von Chossy achter de vleugel, dit keer ‘in dienst van’ vibrafonist Pascal Schumacher. De Luxemburger heeft naast zijn vertrouwde kwartet blazers Sylvain Rifflet (kn, s) en Verneri Pohjola (tro) uitgenodigd. Dit is een mooie toevoeging, vol gelaagdheid. De groep speelt voornamelijk de composities van hun laatste platen Afrodiziak en Left Tokio Right. Een avontuurlijk geheel, met mooi opgebouwde thema’s die uitmonden in scherpe climaxen. Fijne afsluiter.
Rond half elf stroomt Ahoy langzaam leeg, mensen gaan vroeg (verzadigd) naar huis. In de Madeira gaat Corrie van Binsbergen lekker door met haar 8-koppige PlayStation. De veelzijdige musicus en bandleider (bekend van Corrie en de Grote Brokken), presenteert een speels en brutaal octet, dat naast enkele solo’s vooral in dienst van het collectief lijkt te spelen. En dat klinkt als een klok met een eigenzinnige blazerssectie van hoorn, trombone, alt- en tenorsaxofoon. Albert van Veenendaal speelt een verrassende solo: hij heeft de snaren zodanig geprepareerd, dat er bijna een spinet-achtige klank ontstaat. Geestig en eigenzinnig. Van Binsbergen geeft haar musici alle ruimte in haar rijk gestructureerde composities. Zelf zou ze nog iets meer op de voorgrond mogen treden, maar het is duidelijk dat de enige vrouw in de band de touwtjes -zichtbaar met veel plezier- sterk in handen heeft.
Dan het jonge spraakmakende trio uit Manchester, GoGo Penguin. Aan hen de taak in de progessieve Darling om het festival waardig af te sluiten. En dat doen ze, moeiteloos. Ze spelen materiaal van V2.O zoals Kamaloka en van hun laatste album Man Made Object. Er gebeurt altijd veel in de muziek van GoGo Penguin. Het opwindende soms staccato pianospel van Chris Illingworth, de stuwende baslijnen van Nick Blacka en de waanzinnige breakbeats en drumriddims van Rob Turner zorgen voor een complexiteit die groovet. Ook in Smarra gebeurt veel, het lijkt wel een muzikale storm die plots weer gaat liggen. Dat is GoGo Penguin, kenmerkend is de geweldige dynamiek. Ook op North Sea Jazz etaleren ze met klasse hun eigen sound met invloeden uit de jazz, triphop, rock en klassieke muziek. Speels, innovatief en schilderachtig.
Het traditionele slotfeestje is dit jaar gegund aan Malted Milk & Toni Green die vorig jaar het prachtalbum Milk & Green afleverden.. De Franse funkgroep maakt al jaren uitstekende retro-soul. Daar waar de Britten die eerder op de dag William Bell begeleidden en er een ietwat saaie bejaardenhuis-act van maken heeft Malted Milk precies de swing en backbeat die iedereen scherp en in beweging houdt. De groep heeft een paar jaar geleden zangeres Toni opgedoken in Memphis. Zij is daar een lokale heldin. Nu de meeste van haar tijdgenoten overleden, uitgeblust of met pensioen zijn is het haar moment om te stralen. Het 64-jarige bloemenmeisje heeft de oude stijl soul en blues door de aderen stromen en ook haar inzet is ouderwets degelijk. Voor ieder een handje, veel grappen en grollen en zingen uit haar tenen. Omdat het toch de slotact is mag er veel publiek het podium op waarmee het plaatje helemaal compleet is. Op dit festijn, waar al het denkbare aan spelkunst en virtuositeit reeds vertoond is mag het ter afsluiting ook best even ongecompliceerd uitbundig.
Daarmee sluit deze editie van North Sea Jazz 2016 even feestelijk als definitief af. Het was opnieuw een ijzersterke aflevering, gestoeld op een sterk fundament van oude helden en jonge honden, krasse knarren en opkomende sterren, van progressief tot publiekstrekkers. Op veel plekken stond de drang naar vernieuwing en experiment voorop, geluid bepaalde vaak, naast instrument beheersing en creativiteit. Zelden zoveel dj’s in een band gezien, zelden zoveel nieuwsgierigheid geprikkeld gevoeld. En zelden zo veel mensen zo gelukkig zien rondlopen. We zijn er trots op erbij geweest te zijn en zo nauwgezet mogelijk verslag te hebben gedaan. In de jazz, zo breed geetaleerd als op het unieke NSJF, gebeurt het, zoveel is opnieuw zeker.
Team Jazzism: Angelique van Os, Rik van Boekel, Kees Smallegange, Paul Evers. Fotografie: Tom Beetz. Web: Dietmar Terpstra