Menu Sluiten

Jazzlegende Dr. Lonnie Smith overleden

Dr. Lonnie Smith, de ‘Sultan van de Hammond’, is gisteren overleden. Dat maakte zijn platenmaatschappij Blue Note bekend. ,,Soms ben ik zelf verbaasd over wat ik speel.’’

Smith stond vooral bekend vanwege zijn dynamische manier van spelen, waarbij zijn hele lichaam in dienst stond van de muziek. Hij was een uniek figuur, zowel in spel als in verschijning.

Dr. Lonnie Smith is 79 jaar geworden, volgens Blue Note is Smith overleden aan een vorm van longfibrose, een progressieve aandoening.

George Benson

Smith was een van de meest bijzondere organisten van de jazz. Hij werd groot in de jaren ’60, toen hij in Fort Lauderdale, Florida de lokale (zwarte) jazzclubs plat speelde. Hij begon zijn carrière in de band van gitarist George Benson.  Later speelde hij in het gezelschap van saxofonist Lou Donaldson.

Muzikaal gesproken was Smith van alle markten thuis. Zijn jazz was diep doordrenkt van gospel, soul en rhythm ’n blues. Hij zong ook in een doo wop band.

North Sea Jazz

Dr. Lonnie Smith was een graag geziene gast op festivals en podia over de gehele wereld, vanwege zijn innemende, humoristische persoonlijkheid en zijn even virtuoze als toegankelijke stijl, waarmee hij ook niet jazzliefhebbers voor zich wist te winnen. In 2014 en 2016 was hij te gast op North Sea Jazz.

Bij die laatste gelegenheid ontmoette Jazzism-verslaggever Iddo Havinga de Hammond-tovenaar, waarvan hieronder een deel van zijn verslag.

Dit orgel hoort bij mij, als een arm of een been

,,Ook wie hem niet als jazzlegende herkent, ziet meteen dat een bijzonder figuur aankomsthal 3 op Schiphol binnenloopt. Leunend op een wandelstok, gehuld in een een kralenketting, tulband en een zwart kleed met daaronder Vans-schoenen, schudt hammondorganist Dr. Lonnie Smith de handen van zijn welkomstcomité van het Jazz Orchestra of the Concertgebouw.

Een halfuur eerder landde Dennis Mackrel. De voormalige drummer van het Count Basie Orchestra leidt het JOC als nieuwe dirigent een week lang tijdens een clubtour met Dr. Lonnie Smith, ter ere van het verschijnen van de gezamenlijke lp I Didn’t Know What Time It Was. Dr. Lonnie Smith maakte in de jaren zestig furore met klassieke jazzplaten en samenwerkingen met muzikanten als gitarist George Benson en altsaxofonist Lou Donaldson. Zijn naam werd een synoniem van soulvol, vlammend en funky hammondspel. Ooit stond een opname met het orkest van Thad Jones in de planning, maar dat ging niet door. Met het JOC kwam de droom om met een bigband op te nemen uit.

”Dr.”

Eerst moet er gerepeteerd worden. Diezelfde avond druppelen orkestleden een Amsterdamse oefenruimte binnen. Mackrel spreekt Smith steevast aan met ‘Dr.’, een bijnaam die hij in de jaren zestig kreeg. Ondanks de aanwezigheid van de grootheid blijft de sfeer ontspannen. “Werken met artiesten die als legende worden beschouwd, kan stressvol zijn”, vertelt Mackrel.

Vergroeid met de B3

“Met Dr. Smith is dit geenszins het geval. Niet alleen omdat hij een geweldige, goed voorbereide muzikant is, maar ook omdat zijn genereuze houding ons allemaal op ons gemak stelt.” In plaats van op de machtige Hammond B3 repeteert Smith op een keyboard. Hoezeer hij vergroeid is met de B3 blijkt uit zijn opgestoken voet, die normaal de baspedalen van de Hammond beroert, maar nu werkloos in de lucht hangt. “Onthoud dat dit géén echt orgel is”, zegt Smith bijna verontschuldigend. Op een stoel kijkt Sarah Jane toe. De soulzangeres zingt elk concert drie nummers mee.

Flow

“Om het programma een souljazztintje te geven”, legt artistiek leider Juan Martinez uit. Smith werd immers beroemd in dit genre en speelde met soulartiesten als Gladys Knight, Etta James en Marvin Gaye. Het ontbreken van een echte B3 weerhoudt de organist er niet van om tijdens zijn compositie Too Damn Hot volledig op te gaan in zijn solo. Hij toont daarbij zijn karakteristieke expressieve en lichamelijke manier van spelen. Breeduit glimlachend neuriet hij de noten mee en wanneer hij een melodie vindt die hem bevalt, trekt hij zijn wenkbrauwen op en klapt in zijn handen. Zijn spel is intuïtief: de Hammond-grootheid kan geen noten lezen. “Ik zing tijdens het spelen in mijn hoofd”, legt hij uit. “Ik hoor drie mogelijke melodieën in mijn hoofd, kies één noot en vanaf dat moment begint de flow. Het voelt als een vlam, als elektriciteit. Warme stromen van muziek gaan door mijn lichaam. Ik luister naar mijn eigen spel alsof ik in het publiek zit. Soms ben ik zelf verbaasd over wat ik speel!”

 

Deel bericht

Laatste nieuws