Menu Sluiten

Jaco Pastorius: De beste bassist ter wereld

“Mijn naam is Jaco Francis Pastorius de derde, en ik ben de beste bassist ter wereld.” Met veel zelfvertrouwen presenteerde Pastorius zich aan andere muzikanten. In razend tempo veroverde hij de jazzscene met zijn eigen geluid, en veranderde in zijn eentje de betekenis van de bas. Toch ging dat talent ook gepaard met strijd: altijd maar de beste zijn, dat is moeilijk vol te houden.

Ingekorte versie van het profiel dat Egbert Ulijn schreef voor Jazzism 5–2022

Het had voor muzikanten als John McLaughlin, Joe Zawinul en Pat Metheny iets geks dat de jonge Jaco Pastorius zich met zoveel zelfvertrouwen aan hen voorstelde. Hoezo denk jij nou dat je de beste bassist ter wereld bent? Maar zodra hij ging spelen waren ze snel overtuigd. Pastorius kon alles op zijn instrument: hij liet zich niet tegenhouden door genres of muzikale conventies. Die open houding had hij al op jonge leeftijd in Florida. Het was een plek waar, naar eigen zeggen, “totaal geen muzikale vooroordelen waren”. Als muzikant kon je daar voor alles terecht: van Cubaanse muziek tot klassieke symfonieën. En daar maakte Pastorius dan ook volop gebruik van.

Zijn vader, Jack Pastorius, was jazzzanger en drummer. Een echte entertainer die bijna elke avond wel ergens op een podium stond. Jaco groeide op met de bigbandplaten van z’n vader. Als jonge jongen kroop hij al achter de piano in het lokale jazzcafé, en zong hij alle nummers van het album Come Fly With Me van Frank Sinatra. Het publiek stond met open mond te kijken. En ’s avonds, als hij eigenlijk al moest slapen, luisterde Pastorius stiekem in bed naar Cubaanse muziekzenders op een kleine transistorradio.

Jaco Pastorius 1987
Foto: Wikimedia/Pino Alpino

Alles op één instrument

Die nieuwsgierigheid naar verschillende soorten muziek zat in zijn aard. Hij leerde zichzelf bas spelen door veel te luisteren naar bands die hem inspireerden. En dan luisterde hij echt naar de muziek als geheel. Sterker nog: de bassisten van de bands kende hij vaak helemaal niet, legde hij later in interviews uit. Want waarom zou je alleen naar de bas luisteren als je bas wilt leren spelen? Pastorius wilde alles beheersen, en was dus vaak net zo geïnspireerd door een saxofonist of pianist.
Pastorius groeide in korte tijd uit tot de meest spannende en vernieuwende bassist van de jaren 70. Wat hem zo bijzonder maakte, is dat hij op z’n bas eigenlijk alles kon spelen. In traditionele jazzbezettingen neemt de bassist samen met de drummer de rol van timekeeper op zich, waarbij een stuwende basis wordt neergelegd voor de solerende blazers, gitaristen en pianisten. Maar voor Pastorius waren die solisten eigenlijk niet nodig. Die rol kon hij ook prima zelf vervullen. Harmonieën, melodieën, solo’s en tegelijkertijd de puls van de muziek aangeven: Pastorius kon het allemaal tegelijkertijd op één instrument.

Benieuwd hoe dat klinkt? Dan moet je vooral eens luisteren naar Pastorius’ versie van Donna Lee, een nummer van Charlie Parker. Pastorius speelt het thema, de solo’s en ingewikkelde harmonieën allemaal tegelijkertijd op z’n bas, alsof het een saxofoon is. Dat klinkt misschien als een flauwe gimmick, een bassist die een saxofonist nadoet. Maar Pastorius maakt er echt muziek van. Je hoort in zijn bas-solo de frases, adempauzes en aanzetjes die Parker in zijn spel maakt. Het is kenmerkend voor de manier waarop Pastorius muziek benaderde. Waarom zou je met een bas niet hetzelfde muzikale gevoel kunnen overbrengen als van een blazer?

Naast het muzikale talent, is er ook een ander belangrijk aspect dat de sound van Pastorius definieerde: de fretloze bas. Zonder de metalen streepjes die de verschillende noten op het instrument aangeven, kreeg zijn elektrische bas zijn kenmerkende sound. “Ik haalde de fretten uit mijn bas, omdat ik veel in jazzclubs speelde en het contrabasgeluid wilde hebben”, legde Pastorius later uit in een interview. “Ik had heel veel geld gespaard om eindelijk zo’n contrabas te kopen. Op een dag werd ik wakker en toen lag de bas in honderd stukken. Die dingen zijn zo kwetsbaar! Dat kon ik me niet nog een keer veroorloven. Dus toen heb ik maar een mes gepakt, en alle fretten uit m’n Fender gehaald.”

 

Debuutalbum

Het bijzondere talent van Pastorius viel op in de jazzscene van de jaren 70. Hij kreeg een platendeal aangeboden en werd naar New York gevlogen om z’n debuutalbum op te nemen. In de stad ging zijn naam al snel rond. Michael Brecker, Herbie Hancock, Wayne Shorter – allemaal stonden ze in de rij om met Pastorius te spelen. Hij kon kiezen wie hij op z’n debuutalbum wilde hebben. Jaco Pastorius, zoals de bassist het album noemde, zette in 1976 de jazzscene op z’n kop.

Weather Report

Het album viel destijds ook op bij Weather Report, de band van toetsenist Joe Zawinul en saxofonist Wayne Shorter. Een groep die de grenzen van genres wist te doorbreken, en jazz combineerde met invloeden uit de funk, pop en rock. Iets wat dus heel erg bij Pastorius paste. “Hij was voor de band echt de kers op de taart”, zegt de Nederlandse drummer Yoràn Vroom enthousiast. Weather Report is voor Vroom een grote inspiratie. “Daarvoor had je allerlei muzikanten die vooral in dienst stonden van het duo Zawinul en Shorter. Pastorius was echt de derde persoonlijkheid van de groep.”

Weather Report Live at Shinjuku Kosei Nenkin Hall, 11 Jun 1981

Mentale gezondheid

Gedurende zijn tijd bij Weather Report had Pastorius het regelmatig moeilijk met zichzelf. Er werd vaak gesuggereerd dat het met zijn alcohol- en drugsgebruik te maken zou hebben. Pas jaren later werd er vastgesteld dat hij bipolair was. Heel open was de bassist niet over zijn mentale problemen. Dat het niet goed met hem ging, hoorde je vooral aan zijn manier van spelen. Het nummer Crisis is daar misschien wel het beste voorbeeld van. Vrienden uit die tijd vertellen later dat het nummer een goed inkijkje geeft in Pastorius’ worsteling met zichzelf en zijn muziek. De track bestaat dan ook uit een kakafonie van klanken, totale chaos.

In de laatste jaren van z’n leven scheerde Pastorius z’n kenmerkende lange haren af en liep in grote traditionele gewaden. Echt goed muziek maken kon hij niet meer. In 1987 ging het mis. Pastorius probeert vanuit het publiek het podium op te klimmen bij een concert van Carlos Santana, en wordt de zaal uitgezet. Later die avond krijgt hij ruzie met een medewerker van een club, waarmee hij in een gevecht belandt. Pastorius is er zo ernstig aan toe, dat hij moet worden opgenomen in het ziekenhuis. Een paar dagen later overlijdt hij.

In één van z’n laatste interviews wordt Pastorius gevraagd of hij nog advies heeft voor jonge muzikanten. “Zorg dat je geest altijd openstaat. Hou altijd een open houding tegenover muziek”, antwoordt de bassist. Die open houding is misschien wel het belangrijkste wat Pastorius heeft gebracht. Waarom zou je op een bas alleen kunnen bassen? Muziek is muziek. Als je dat begrijpt zoals Pastorius dat deed, dan is er heel veel mogelijk. “Hou je oren open, blijf altijd luisteren. Dat is het allerbelangrijkste”, aldus de beste bassist ter wereld.

Deel bericht

Laatste nieuws