Het paasweekend staat in het teken van het ICP Orchestra (Instant Composers Pool), dat zijn 50-jarig jubileum viert. Wij bezoeken de tweede concertdag, startend met het middag familieconcert: Zing Zang Mengelberg, waar de tijdloze liedjes van pianist en geestelijk vader van het ICP, Misha Mengelberg (1935-2017), centraal staan. Een concert vol interactie, humor en blaffende honden.
Tekst: Angelique van Os
Fotografie: Joke Schot
Zie ook: ICP 50 jaar Alle Remmen Los
De muziek zwelt aan. Vanuit het niets klinkt er een blaffend hondje onder de theatrale zang van gastvocalist Mattijs van de Woerd. Het gebrom en geblaf komt vanuit de zijkant van de zaal, maar er is geen dier te zien uiteraard. Stemkunstenaar Greetje Bijma vermaakt met name de kinderen in de zaal kostelijk met haar bijna levensechte heldere dierklanken, want even later buigt ze haar stem om tot zalig getjilp met een operarandje. Het ICP -en Misha Mengelberg in het bijzonder- staat bekend om humor met een knipoog in hun composities. Helaas mocht Mengelberg het jubileum niet meer mee maken, hij overleed op 3 maart jongstleden na een langdurig ziekbed. Pianist Guus Janssen vervult het gat van Mengelberg op onnavolgbare wijze. En de fantasierijke muziek leeft voort en dat gaat volgens aanvoerder bassist Ernst Glerum niet zus maar zo, want Misha was een grote kindervriend. Lekker tegendraads, prikkelend en eigenzinnig, daar staat zijn muziek bekend om, met in dit geval ook aanstekelijke Nederlandse teksten die fraai worden vertolkt door Van de Woerd.
Lezen en schrijven
Het jubilerende ICP Orchestra straalt van plezier en de andere geestelijk vader, jarige job Han Bennink- Tweede Paasdag wordt hij 75- geniet van alle blije gezichten in de zaal. Het is opmerkelijk hoe tijdloos en fris de stukken nog altijd klinken. Het collectief kan lezen en schrijven met elkaar, ondanks dat er door de jaren heen ook wel enige wisselingen van bandleden zijn geweest, zoals natuurlijk de belangrijke verandering na het vertrek van grondlegger Willem Breukink in 1974. De huidige bezetting is een steady groep en dat is hoorbaar, met constante kwaliteit, waarbij ze zich bewegen tussen die herkenbare theatrale geïmproviseerde muziek en combineren met ouderwetse swing, gebaseerd op iconen als Duke Ellington. Oftewel: New Dutch Swing, dat Mengelberg eigenlijk samen met Bennink heeft uitgevonden.
Volgende vraag
Na het grappige Wij gaan naar de Italiaan, dat bariton Van de Woerd op het lijf is geschreven, is er ruimte voor interactie als Bennink de kinderen in de zaal aanspoort om vragen te stellen. De komende tien minuten zijn tekenend voor de hartelijkheid en de herkenbare altijd humoristische directheid van de trommelaar. “Wat hebben jullie uiteindelijk gekozen?”, vraagt een jongentje uit de zaal. “Je bedoelt qua eten?”, antwoordt Han. “Jemig, jij bent scherp!” “Pizza!” roept Van de Woerd enthousiast.
“Volgende vraag”, vervolgt Bennink, waarop een meisje in prachtige zwarte jurk de trappen afdaalt en lieflijk “Gefeliciteerd, alsjeblieft, voor jou” zegt tegen de slagwerker en hem een grote tekening in de handen drukt. “Wauw, wat prachtig zeg! Ja, ik heb oude, maar óók hele jonge fans.”
Dan volgt er een kritische vraag: “Wat zit er op je hoofd?” Bennink grinnikt. “Oei, ja, dat is een pijnlijke vraag. Nou, ik deed mee aan een bokswedstrijd…. en je moet de tegenstander eens zien. Die ligt nog in het ziekenhuis…” Volgende!” “Waarom heb je voor een drumstel gekozen?, vraagt een meisje. “Ik ben gaan drummen uit luiheid. Voor mij is muzieknotatie als vliegenpoep op papier…”
Buddy Rich
En het slotbetoog: “Wordt je vrouw niet eens gek van al dat gedrum?” “Ha! Nou, dat valt mee hoor, want ik studeer vaak op een kussen. Hierdoor heb ik snelheid en goede techniek ontwikkeld. En ik heb dat niet uitgevonden hoor, Buddy Rich deed het al jaren. Dan heeft niemand er last van en het spaart je ouders geld. Goede tip? Oké, we gaan verder. Muziek!”
Er volgen nog een aantal composities met pakkende melodieën, gekke tonen en kortstondige solo’s, waar onder van de derde gast, accordeonist Otto Lechner, die verder wat op de achtergrond blijft. Greetje Bijma schittert als knorrende, gorgelende oude opa en als loeiende koe en het hele orkest verbeeld zingend, sprekend en muzikaal ‘vallende punaises’. Aan fantasie geen gebrek. Het een na laatste stuk is een fraai voorbeeld dat de liedjes van Mengelberg ook ontroerend, slepend en licht treurig kunnen zijn. Met de aanstekelijke wals Zing Zang Zaterdag wiegt en klapt de zaal mee en verlaat iedereen de zaal met een glimlach.