Vandaag, 29 april 2022, zou Toots Thielemans (1922-2016) honderd jaar zijn geworden. Ter ere van die gelegenheid plaatsen wij de column van Thielemans landgenoot, pianist Jef Neve nog eens. Neve schreef de tekst in 2016, vlak na het overlijden van Thielemans.
Vaarwel Toots
Op het gevaar af dat heel dit magazine het heeft over het definitieve vaarwel van Toots, wil ik het hebben over wat deze prachtige persoon niet alleen betekende voor de jazzwereld, maar bij voor iedereen in België en Nederland.
Wanneer Manneke Pis jouw instrument bespeelt op het moment van je overlijden, dan weet je dat je groots was en met je muziek iets hebt veranderd in een natie. Toots deed de harten sneller slaan, liet tranen vloeien, kreeg ons aan het lachen en deed ons stilstaan bij dingen die er in een mensenleven écht toe doen.
Hij was een mens die anderen kon laten dromen. Over hoe hij, gebeten door de muziekmicrobe, besloot om naar Amerika te verhuizen om te gaan spelen met de mensen waar hij naar opkeek. En dat in een tijd dat zulks helemaal niet evident was, zeker niet voor iemand met zijn bescheiden komaf. Hoe hij ons deed geloven dat je je eigen muzikale instincten moet volgen, dat je ongeacht je leeftijd als een verwonderd kind nieuwe muziek kan blijven ontdekken bij de jonge generatie en daar aansluiting bij kan vinden. Hoe hij ondanks zijn talloze eretekens en eretitels zijn eenvoudige zelve bleef, zonder zich te verbergen achter valse bescheidenheid en geveinsde hoogmoed.
Dàt was Toots. Niet meer, niet minder. U zal tal van getuigenissen horen de komende tijd. Hier volgt een korte van mezelf. Een aantal jaren geleden stond hij op 1 januari op mijn antwoordapparaat met een melodietje op zijn harmonica, gevolgd door gelukwensen voor het nieuwe jaar. Dat zal voor eeuwig gegrift zijn in mijn geheugen. Anekdotes die opnieuw en opnieuw verteld zullen worden, als een soort loutering om zijn afscheid te verzachten.
Weet je waar ik het meest van hield bij hem? Op het moment dat de muzikanten op Jazz Middelheim twee jaar geleden een tribute brachten aan hem, zat ik samen met een groepje collega’s te luisteren aan de zijde van Toots in de coulissen. Hij had het uitdrukkelijke verbod gekregen van zijn management om ook maar één noot mee te spelen (ik neem aan omwille van gezondheidsredenen) en dus zat hij te luisteren, commentaar te geven en voorzag hij ons, de omstaanders, van verhalen die hij met ieder van de muzikanten beleefd had die daar op het podium aan het spelen waren.
Wij ervoeren dit als een uniek moment, dankbaar dat we de enthousiaste ster van de avond zo dicht bij ons hadden en we borgen elk woord van de man in een apart plaatsje in onze bovenkamers op. Plots zien we hem uit zijn stoel rechtkruipen, ondeugend kijkend naar een van de omstaanders en zegt hij op zijn sappig Brussels: ‘Wilde gij ma na een kiejertje oep da podium hellepe, alliejen goat da zoe goe nie mieje’, gevolgd door aanstekelijk lachsalvo dat werd overgenomen door het ganse gezelschap. We zien Toots het podium betreden, zijn harmonica uit zijn jaszak halend en het publiek in de tent wordt extatisch- wat niemand verwachtte, maar wel op hoopte, gebeurt hier dan toch echt: beter dan dit wordt het niet meer!
Toots speelde prachtig en het werd muisstil daar in park Den Brandt. Dit is exact de levensles die ik van deze bijzondere man levenslang wil onthouden: leef met het koppige plezier van een kind, ga voor de dingen waarin je gelooft, dan houdt niemand of niks je tegen.
Dank je wel mooie mens, dank je wel Toots,
Jef Neve
Deze column stond eerder in Jazzism nummer 6-2016