Gent Jazz mag terugblikken op een meer dan geslaagde, door de weergoden omarmde editie. De laatste zondag staat in het teken van groovy beats, stomende rappers, funk en soul. De Amerikaanse supergroep The Roots zorgt op de valreep nog even voor de overtreffende trap met een show waarin alles geoorloofd lijkt.
Door: Willem Jongeneelen
Foto’s: Bruno Bollaert
The Roots kwam, zag en overwon. De laatste jaren is de band bij een breder publiek bekend geraakt omdat ze als huisband van The Tonight Show van Jimmy Fallon opereren, voor hiphopfans is de in 1987 opgerichte formatie al jaren een podium-hit. Vooral omdat ze live ieder optreden opnieuw de pannen van het dak/haringen uit de tent spelen. Rapper Black Thought fungeert ook in Gent als gangmaker, de band dendert anderhalf uur als een razende voort en iedere muzikant is een attractie op zich. Het publiek krijgt geen seconde rust, de band soms wel als een van hen er weer een soms bijna onnavolgbare solo uit tovert. Waanzin is het sleutelwoord.
Om te beginnen mag Damon ‘Tuba Gooding Jr.’ Bryson solistisch uitpakken op zijn sousafoon. Hij zorgt niet alleen voor rake bastonen, hij is ook een belangrijk showelement binnen de band, al geef ik het je te doen, bij deze temperaturen springen en sprinten met dat bakbeest rond je nek. Maar ook de andere leden mogen om beurten speels de show stelen. Nieuw in de bezetting is producer/sample-wizzard Stro Elliott die van onder zijn elektronische knoppenbord razendsnel super swingende beats produceert, het ritme van Funky Drummer, inclusief de gilletjes van James Brown himself, tevoorschijn tovert en een volle zaal met open mond van verbazing laat genieten en dansen. Opvallend ook, zo’n elektronische drumsolo, met een van de strakste ‘live’ drummers (Questlove) zo naast je op het podium. Het kan, het gebeurt, het slaat aan.
Alles lijkt geoorloofd binnen een show van The Roots. Gitarist Captain Kirk Douglas speelt net zo gemakkelijk de metalriffs van Immigrant Song van Led Zeppelin, Sweet Child O’ Mine van Guns N’ Roses als dubreggae en old school hiphop. Bovendien blijkt hij uitstekend te kunnen zingen en brengt hij tevens een heel subtiele George Benson-achtige solo. De klasse druipt er steeds vanaf, toch is het vooral ook de lol die van het podium spat die overslaat op de uitpuilende megatent en de vele luisteraars daarbuiten. De set lijkt met los zand in elkaar gestoken, toch blijft alles kloppen en zakt de spanningsboog, ondanks de verscheidenheid en soms lange solo’s nergens te diep in. The Roots is fun en alles wat ze uit 60 jaar popmuziek aanroeren snijdt hout. De covers Jungle Boogie (Kool & The Gang), Move On Up (Curtis Mayfield) worden door het publiek net zo massaal omarmd als de eigen hit The Seed.
The Roots zorgt voor een dampend einde tijdens de door hiphop gekleurde zondag. En die begon nog wel zo smooth, zwoel en braaf met de set van de eveneens Amerikaanse band Moonchild. De groep met zangeres/multi-instrumentalist Amber Navran als stralend middelpunt maakt neo-soul met een modern geluid afkomstig uit twee keyboards, soms klinkend als een warme elektrische piano, soms met extra ritmiek als de sequencer voor meer drive zorgt. De songs grooven vaak wat traag en lazy, als een soort Jamiroquai aan de valium. Er wordt nergens buiten de lijntjes gekleurd, maar als de heerlijk zuiver en helder zingende Amber en haar mannelijke kompanen twee saxofoons en een trompet tevoorschijn halen krijgt het feestje een lekkere injectie. Voor een dromerige start van een heavy dagje volstaat het.
Een ander afwijkend optreden vormt dat van Selah Sue. De zangeres viert haar ‘comeback’ dit jaar glorieus. Met haar kindje in de reiswieg en papa Joachim Saerens achter de toetsen voelt ieder optreden inmiddels als een intiem familiefeestje. Oké, met vele duizenden vaak muisstille toehoorders op deze wat verlate kraamborrel. De show op Gent Jazz is net als de succesvolle reeks die er in 2018 al was een in triobezetting. Sanne Putseys (Selah Sue) speelt gitaar en bedient drumcomputer en het loopstation, Joachim Saerens speelt prachtig en krachtig piano en synths, Simon Lenski voorziet een aantal tracks van stemmige (lees mooi droevige) cellopartijen. Sanne zingt zacht, zuiver, energiek en bezit krachtige hoge uithalen. Het lijkt haar allemaal geen enkele moeite te kosten. Niet als ze klein uitpakt met het oude Raggamuffin, ook niet als ze fors en vol bombast uitpakt in Crazy World. Ieder nummer krijgt een andere arrangement, maar die liedjes kunnen die transformatie allemaal moeiteloos aan. De klassieker Que Sera, Sera (Whatever Will Be, Will Be), die ze onlangs met, en op verzoek van Marcus Miller opnieuw opnam, was zelfs een van de mindere tracks in de sets. Het wachten is op het nieuwe album, in 2019.
De overige vijf acts geven een fraaie dwarsdoorsnede van wat het aanstormende Belgische hiphop-leger zoal te bieden heeft. Ieder op de eigen manier, de een wat meer soulvol of funky, soms ook met meer nadruk op gevoelige of juist opruiende teksten. Darrel Cole (Brit, maar in Antwerpen opgegroeid), K1D (Senagalees, uit de entourage van Woody Smalls uit Sint-Niklaas) en Dvtch Norris (uit Antwerpen, bekend als MC van Coely) gaan er om uiteenlopende redenen allemaal snel komen. Daar waar The Color Grey (ook ‘from The City Of Antwerp’) eigenlijk al is, met een pak hits in België al, en een band die zijn zwoele soulvolle tracks van beats, jazzy of funky spel voorziet.
Het verst qua populariteit is de Gents/Antwerpse combinatie Blackwave. Met een fullband van zes jonge muzikanten (allemaal begin twintigers, de meeste met een jazzopleiding) en twee gastvocalisten is het optreden in die megagrote tent van het hoofdpodium niet eens misplaatst. Sterker nog, die jonge rappers/producers Willem Ardui en Jaywalker (Jean Atohoum) gaan er aan wennen, want één dag eerder sloten ze een van de podia af op het gerenommeerde Rock Werchter. Deze jonge Vlamingen lopen over van het talent en de originele ideeën en nu al een pak sterke hits. De muziek daarin is hoorbaar beïnvloed door ‘old school’ Amerikaanse hiphop, maar mixen dat op een heel natuurlijke manier met elementen uit de r&b, funk, disco en jazz. Vrolijk is het ook allemaal, veel tracks overstijgen genres en een show wordt ook gesmaakt door fans van Prince, Outkast en, vooruit, The Roots. Zover zijn ze uiteraard nog lang niet, maar deze podiumprestatie is al wel weer twee keer zo sterk dan dat een half jaartje geleden op het Antwerpse festival We Are Open. Het afsluitende nummer Elusive, met een grote rol voor de prachtige soulstem van gast David Ngyah, bezit bovendien de potentie van een wereldhit.