Eén van de eerste associaties bij de stad Nijmegen is de Vierdaagse. Laat ze daar nou ook een jazz-vierdaagse hebben: Festival Jazz International Nijmegen. Blijkbaar zit het in de genen van de stad. En ook op deze vierdaagse kun je blaren oplopen.
Door Emil Roes
Vier verschillende cultuurhuizen in de stad verzorgen ieder een eigen avond. Naast deze concerten waren er in de stad gratis optredens.
In 14 concerten kon je langs bijna alle stijlen in het coulisselandschap van de jazz wandelen. Het evenement is gelukkig niet zo groot als de wandelvierdaagse. Het is overzichtelijk en prettig kleinschalig: ondanks dat de concerten drukbezocht worden, waren er nauwelijks wachtrijen. En alle optredens waren na elkaar geprogrammeerd; “Dat scheelt veel keuzestress.” hoorde ik een bezoeker opmerken.
1e etappe
In het Free Jazz programma was de opmaat voor Jesse Schilderink’s Nijmegen Rotterdam Collective: een stel jonge honden die steeds van het gebaande pad gaan. Ze raakten weleens in het moeras, maar op het rechte pad blijven is geen alternatief. Spannende jazz, goede keuze dus.
De formele aftrap vindt jaarlijks plaats op Podium JIN in Brebl. Dit jaar opende Paul van Kemenades Three-Horns-and-A-Bass samen met zijn Afrikaanse connectie. Van Kemenade komt al jaren in Zuid-Afrika en met het trio Mlangeni/Yenana/Naidoo werd het een warme jazzavond in oktober.
2e etappe
De volgende dag gaf de African Connection een masterclass aan studenten van het conservatorium Artez. Op de vraag wat kenmerkend is voor Afrikaanse muziek kreeg het publiek van de jonge trompettist Mandla Mlangeni een sterk antwoord: “De wereld kent geen pure stijlen meer; alle muziekstijlen zijn voor iedereen bereikbaar. Wel hebben we allemaal een eigen achtergrond, dat hoor je ergens terug. Tijdens de apartheid werden we op allerlei vlakken ingeperkt. Maar muzikaal gezien was inperking onmogelijk. Muziek gaat over grenzen heen en verbindt. En het zorgde dat we onze waardigheid konden behouden.”
De avondconcerten in het huis voor de Kunsten De Lindenberg waren zonder uitzondering van uitstekend niveau: Nik Bärtsch’s Ronin zorgde voor een gedegen groove trance, wanneer je bij het Doppler Trio vandaan kwam had je een dosis spacecake geconsumeerd, Martin Küchen met zijn Angles 8 deed denken aan de Zweedse upgrade van het Breuker Collectief: speels, chaotische harmonieën met veel windkracht. En de blije muzikanten van de ADHD band Montis/Goudsmit/Directie brachten hun tomeloze energie over op het dansende publiek.
3e etappe
Op zaterdagmiddag gaf Kiki Manders met bijzonder repertoire haar eerste concert in Nederland; prachtig vertolkte ze Ramses Shaffy’s Mens Durf Te Leven in jazzy style en Venlo’s dialect.
’s Avonds was het volle bak in poptempel Doornroosje. Naar de gedragen trombone klanken van Efe Erdem & The Pack Project zwevend boven de ritmische grondslag van een strijkensemble (zie Jazzism #5) werd ademloos geluisterd. Het grote vuurwerk werd geleverd door Ryan Porter & The West Coast Down (ft. Kamasi Washington). Als deze mannen er zin in hebben, en dat hadden ze, dan gaat het dak eraf. Niet Porter, niet Washington, maar Brandon Coleman (keys) en Miles Mosley (bas) gingen volledig wild. De volgende dag van verschillende mensen gehoord dat dit concert erg veel indruk heeft gemaakt.
4e etappe
De zondagmiddag werd ontzegeld op de trappen van concertgebouw de Vereeniging door de lyrische cello van Jörg Brinkmann en de warme melodische stemklanken Simin Tander. Met hun Nederlandse debuut van dit (Nederlandssprekende) Duitse duo, werd het publiek zachtjes in jazzstemming gebracht. In de bibliotheek werd er vervolgens gebladerd door de geluiden uit het vogelrijk. Ad Colen – A Bird’s Eye View trok zowel de buizerd als de wielewaal (en alles daar tussenin) door het jazzidioom.
Cultuurhuis Lux trakteerde op Greg Ward’s Rogue Parade; een ode aan de orkaan met de naam Jazz. Als je nog geen blaren op je oren had, dan kreeg je het hier wel. De afsluiting was net als vorig jaar (Mark Guiliana) een klasse afronding waarbij je goed bij de les moest blijven: de composities van Phronesis zijn complex maar zeer interessant.
Veertien concerten in vier dagen tijd voelt als een uitputtingsslag, een overdosis. Maar het was de inspanning meer dan waard.