Er is al vaker nostalgisch op Hollandse jazzholen teruggeblikt. Nu is er een boek verschenen over George Jazzcafé. Een legendarische jazzclub in Arnhem, waar tussen 1974 en 1996 de grootste jazzmuzikanten langskwamen; Chet Baker, Art Blakey, Dexter Gordon.
Tekst: Coen de Jonge | Foto: Rinus Smit
Een zonnige zondagmiddag in Arnhem. Je ziet een oud gebouw pal achter het rumoerige uitgaanscentrum de Korenmarkt. Het heeft iets weg van zo’n oud, vervallen pand in New York. Jazz-café ‘George’ lees je onder de beroemde Heinekenreclame die aan de buitenmuur hangt. Een avontuurlijke belofte. Je stapt binnen. Aan de muren zwartwit-foto’s van jazzhelden. Het is er bomvol. Het is er zweterig warm. Gezellig rommelig. Rokerig. Mensen zitten en staan dicht op elkaar gepakt. Biertje of kop koffie in de hand. Ook het biljart is helemaal bezet. Op het kleine podiumpje naast de deur zit een van de grootste jazzmannen: Chet Baker. Op een wiebelig krukje, de ogen gesloten, gaat hij helemaal op in een zachte jazzy melodie. In trance luisteren de bezoekers naar zijn trompetklanken. In stilte genieten. Jesus wringt zich behoedzaam tussen de menigte door om lege glazen op te halen. Verwassen T-shirt aan, mager, peukje in een mondhoek. George himself zit op zijn vaste plek aan de toog. Vanachter z’n donkere bril ziet hij alles kalm aan. Hij geniet. Zijn charmante vrouw Netty staat achter de tap en bekijkt alles met een licht geamuseerde blik.
Episch centrum
Op 9 juli 1974 opende George Inge aan de Hoogstraat in Arnhem zijn George Jazzcafé, zoals het in Arnhem werd genoemd. Met behulp van vrienden en kennissen had hij de maanden ervoor de oude, groezelige smederij vlak achter de Korenmarkt omgebouwd tot een gezellig, donkerbruin jazzcafé. Het zou uitgroeien tot een episch centrum voor jazzliefhebbers uit Arnhem en verre omgeving. Er was in Arnhem een goede voedingsbodem voor jazz. In de jaren ’60 en begin ’70 werden al in de cafés de Kameleon en de Buik jazzoptredens georganiseerd en veel studenten van het conservatorium en de kunstacademie stonden open voor moderne jazzmuziek, de bebop. George Jazzcafé was de kers op de taart: alle grootheden uit de jazzwereld, ook de Amerikaanse, hebben bij George Jazzcafé gespeeld. De zondagmiddagconcerten waren beroemd. Op dinsdagavonden jamsessies. Op zaterdagmorgen repeteerden jazzmusici in het café. Doordeweeks zaten er scholieren, jazzliefhebbers en andere cafégangers.
Verhalen van vaste bezoekers
Het boek over George Jazzcafé laat de gouden tijden herleven aan de hand van verhalen van vaste bezoekers, zijn zoon Orlando en natuurlijk muzikanten die bij George speelden. En beeld. Heel veel uniek beeld waardoor de lezer weer die rokerige atmosfeer in dat bruine, bruisende George jazzcafé kan ruiken. En die fantastische jazz die daar gespeeld werd, kan horen. Natuurlijk komen ook de mysteries aan bod: hoe kwam George eigenlijk altijd aan die beroemde jazzmusici? Hij had een neef in New York die impresario was, zei hij vaak. In werkelijkheid waren het Wim en Ria Wigt die voor de aanvoer zorgden. Zo zijn er meer kleurrijke verhalen, samen met de vele foto’s een mooi boek.
Bestellen kan via Uitgeverij Parkstraat