Dat muzikale grenzen steeds meer vervagen is ook voorzichtig zichtbaar op het jaarlijkse popfestijn Eurosonic Noorderslag. Verslaggever Angelique van Os ging donderdagavond op zoek naar nieuwe up-comming jazzy-en soulgerelateerde acts.
Tekst: Angelique van Os, fotografie: Angelique van Os, Ben Houdijk
In de grote zaal van het Grand Theatre bijt de Finse zanger annex rapper Jesse Markin het spits af met een uitbundige lichtshow, heavy beats, uptempo raps en een aantal groovende urban songs met een licht soulrandje. Je zou de man niet inschatten als Scandinaviër, gezien zijn Afrikaanse achtergrond. Hij komt dan ook uit Liberia en vormt een organisch geheel met zijn vierkoppige band. Jammer van het slechte, harde geluid en de wat matte reacties in de zaal. Het publiek moet nog even loskomen. Opvallend is dat ik nauwelijks lange rijen zie staan, wat ongekend is.
Door naar de USVA voor een bliksembezoek aan Schotse zangeres/toetseniste Tamzene. Deze jonge dame gooide afgelopen jaar in de UK hoge ogen met haar soulvolle songs. Helaas zijn er technische mankementen en begint ze later. Gelukkig pakken we nog twee korte nummers mee, die lekker vol klinken dankzij meelopende backingtracks. De jonge singer-songwriter heeft een naturelle uitstraling en zingt mooi zuiver.
Rising star Celeste
Vervolgens is het rennen naar de Stadsschouwburg, want daar maakt rising star Celeste haar opmaking. Dat veel mensen deze soulbelofte op het netvlies hebben, bleek uit de enorme rij -dus toch! Tja, als je de kersverse winnaar bent van The BBC Sound of 2020, dan kan het snel gaan. Gelukkig kon ik naar binnen. De van origine Amerikaanse met Jamaicaanse roots groeide op in het Britse Brighton. Haar sound roept gelijk vergelijkingen op met grootheden als Adèle (haar hese stemgeluid en grote bereik) en Amy Winehouse (qua songs, zoals het retro-klinkende Love is Back). Maar Celeste is ook zichzelf, zingend met heel veel lucht, zet ze haar songs sterk neer met haar heldere articulatie, soepele techniek en fraaie frasering die haar geen enkele moeite lijken te kosten. Ondanks haar statische voorkomen ademt ze toch een natuurlijke aantrekkingskracht, maar ze mag wel meer loskomen op het podium. Tevens is er nauwelijks interactie met de band, noch met het publiek. Het repertoire is afwisselend, van swingend tot slepende ballads. Bij slotnummer Strange zit ze wel vaak bewust onder de toon en duwt ze de noten naar de pianoakkoorden toe. Hierdoor wringen de uithalen soms, en toch heeft dat z’n charme omdat ze het vol overtuiging neerzet. Van deze dame gaan we veel horen het komende jaar, dat is zeker.
índiga
In de ‘verscholen’ Lutherse Kerk is het avontuurlijke duo Índiga uit Barcelona te horen. De alternatief ogende pianiste Clara Peya en bassist/producer Vic Moliner brengen een mix van akoestische en elektrische repeterende motieven, lyrische jazzy melodieën aangevuld met stevige beats, en gebruiken daarbij een batterij aan effecten die een hypnotiserend effect creëren door het loopstation dat ze toepassen. Peya gaat volledig op in haar spel en is lekker expressief. Het tweetal vult elkaar mooi aan en houdt de energie hoog. De compositie-opbouw wordt na vijf stukken soms wel wat voorspelbaar evenals de muzikale invulling, maar het technische allegro-spel van de pianiste blijft intrigeren en vindt mooi balans met de minimalistische en subtiele baspartijen.
Boom boom
De volgende stop is in de grotere Der-AA kerk, waar de Franse toetsenist Mezerg een stevige one-man show neerzet met een hoog ‘Boom-Boom-Boom’ gehalte. Zijn project draagt niet voor niets die naam. Hij combineert dance en trance beats en lijkt in zijn eerste track met zijn ritmische toetsenspel een knipoog te maken naar tango- en Balkaninvloeden. Muzikaal niet heel erg afwisselend dan wel interessant, maar wel vermakelijk en fysiek pittig omdat hij ook met zijn voeten de pedalen voor de beats bedient. De Fransman gaat flink los en krijgt binnen no-time het publiek op de dansvloer. Bij het tweede stuk voert hij de beats verder op en improviseert meer met een Rhodes sound. Toch is het een beetje een gimmick; waarvan de dominee het waarschijnlijk heiligschennis zou vinden in zijn kerk.
KLEIN = groot
We gaan een deurtje verder voor de laatste act van de avond, de Luxemburgse act KLEIN. De gelijknamige toetsenist Jerome Klein maakt zijn opmars met medemuzikanten Pol Belardi (vibrafoon en synths) en Niels Engel (drums). Een opvallende bezetting, zeker wanneer blijkt dat Belardi eigenlijk bassist is. Wederom voeren bij dit drietal ook electronics de boventoon. De warme klank van de vibes vult de scherpe drums aan. De groep klinkt opzwepend door de pulserende grooves en vol, mede door gelaagde vocals in de Keys te gebruiken. KLEIN heeft qua spel en sound veel raakvlakken met Gogo Penguin. Het trio zoekt ook wel de ruimte op en vult elkaar goed aan. Strakke breaks, vele ritme changes en ondanks het donkere licht boeiend om naar te kijken.
Mooi om te zien dat tijdens Eurosonic er steeds iets meer ruimte is voor instrumentale en avontuurlijke muziek. Grote kans dat we Celeste, Índiga en KLEIN terugzien dit seizoen op jazzy festivals. En er was nog een hoogtepunt, want (festival)programmeur, boeker en producent Arlette Hovinga van onder meer Music Runner, heeft als enige professional uit de jazzscene de NMI-Awards gewonnen in de categorie Stille Kracht. Zo stil is het niet bij Arlette, want ze kan zichzelf en de artiesten waar ze zich voor inzet goed etaleren. Ze was er zelf nogal beduusd van, maar ook erg blij met deze erkenning.