Dewayne Pate was lange tijd bassist bij onder meer Huey Lewis, Boz Scaggs en Tower of Power. Nu is zijn tweede album On The Upside uit, dat hij opnam met een aantal van zijn beste vrienden waaronder drummer Dennis Chambers en gitarist Robben Ford.
Tekst: Jeffrey Dekker
Zelf bespeelt Pate een zessnarige bas in de nummers op het snijvlak van jazzfusion, funk en blues. De gitarist mag dan een onbekendere sideman zijn, gerenommeerde artiesten vinden hem een steunpilaar en maken graag gebruik van zijn melodische baslijnen.
‘Mijn opa was gitarist in een country-and-westernband en via hem kreeg ik de meeste muzikale invloeden. Daarom werd mijn eerste instrument een gitaar. Bij de high school-band hadden ze genoeg gitaristen, maar ze zochten wel een bassist. Omdat ik zo graag in die band wilde spelen, ben ik dat gaan doen. Ik had al wat ervaring op de contrabas. In die band speelde ik van alles: jazz, pop, rock, funk – en raakte daar goed in thuis. Als tiener trad ik vaak op met countrybandjes op jaarmarkten en diverse militaire bases, hier in de Bay Area bij San Francisco. Dat was een goede leerschool voor een muziekmakende tiener. Ik luisterde naar disco, maar ik was ook fan van de rockgroep Boston en van Tower of Power. Mijn favorieten waren Earth, Wind & Fire vanwege hun geweldige composities en The Isley Brothers omdat ze zo funky zijn.’
Leermeesters
Na de high school ging Pate naar Los Angeles om aan het Musicians Institute te studeren. ‘In die tijd waren mijn gigs meestal op de elektrische bas. Van Dave Dunaway leerde ik de techniek en een goede timing. Dave heeft bij Buddy Rich gespeeld en die was erg veeleisend voor zijn bassisten. Mijn gitaar- en basleraar Jim Nichols hielp mij met harmonische concepten in solo’s en de juiste toonladders te spelen bij de diverse akkoordveranderingen. Jim is een geweldige jazzsolospeler en improvisator. Ook bij John Patitucci nam ik baslessen. Van hem kreeg ik techniekoefeningen die ik tot op de dag van vandaag nog steeds gebruik.’
‘Ik ben in de eerste plaats instrumentalist, daarna pas componist. Bij liveoptredens improviseer ik veel, want zelf spelen geeft mij het meeste plezier. Wanneer wij op tournee zijn, geef ik soms lessen of clinics op conservatoria. Het is leuk te merken wanneer jongeren hongerig zijn om iets te leren. Veel leerlingen willen met hun duim leren spelen, zoals Marcus Miller. Maar het geeft meer voldoening om te focussen op technieken voor beide handen.’
De gebroeders Ford
Begin jaren 90 kwam Pate, op voorspraak van bluesgitarist Garth Webber, bij The Ford Blues Band van Patrick Ford. ‘Touren met deze band was een goede leerschool. Met een bluesband treed je vaak op onder minder ideale omstandigheden. Weinig slaap, reizen met busjes in plaats van tourbussen en vliegtuigen en spelen met inferieure randapparatuur. Toen ik in 2003 bij Robben Ford ging spelen was dat een upgrade. Ik word het nooit beu om Robben gitaar te horen spelen. Het is heel inspirerend om naar zijn solo’s en composities te luisteren. Onze vriendschap is blijven bestaan en hij speelt ook mee op mijn albums.’
De melodische baslijnen van Pate zijn geïnspireerd op veel andere instrumentalisten, zoals Bud Powell, John Coltrane en Sonny Rollins. ‘De composities van Charlie Parker heb ik omgezet voor mijn elektrische bas en daar heb ik veel mee geoefend. Mijn leermeester Joe Diorio zei: “Goede muziek hangt niet van het genre af. Je hebt alleen goede en slechte muziek”.’