Het was misschien een wat eigenaardig moment, maar zondagmiddag om 1 uur stipt stapte de Amerikaans-Nederlandse zangeres Deborah J. Carter het grote podium in het hart van Amersfoort op, voor een proeve van haar programma After Hours.
Door: Dietmar Terpstra
Lees ook:
Het is een muzikale reis naar de wee hours, wanneer drama en liefde naar de oppervlakte komen. Ondanks het vroege uur was de zangeres uitstekend op dreef, en haar band, het sextet Coal Harbour begeleidde de diva soepel en verzorgd. De liefhebber werd getrakteerd op classics als Birk’s Works, It Don’t Mean A Thing en een fijne versie van Moondance, misschien wel één van Van Morisson’s mooiste songs.
Van enige landerigheid was nadat het zaterdagavond laat was geworden, bij de muzikanten in elk geval geen sprake. Aan de voet van de Onze Lieve Vrouwetoren werd de muziek verzorgd door het Amsterdam Artist Collective onder de noemer Vreemd Wild. Geheel in de geest van de tijd betrof het hier een zogeheten ‘pop up festivalconcept’, waarbij verschillende bands voor en na elkaar, en waarschijnlijk ook door elkaar heen, het podium opkwamen voor een min of meer geinproviseerde set met als motto ‘geen timetables, wel feest.’
Amariszi, Ot Azoj, Zorita en Kasba waren de vier bands van dienst, die in steeds wisselende samenstelling de liefhebber vermaakten met balkansounds, klezmer, Afropop, Mestizo, rai en zo’n beetje alles wat daar tussenin zit. Het was niet allemaal even hoogstaand, en regelmatig ging er wat mis, maar het had energie en de lol spatte er vanaf. De zomer is nog jong, en het moet al vreemd lopen willen we deze pop up-show niet vaker tegenkomen.
Een heel stuk ingetogener ging het er aan toe in Theater De Lieve Vrouw, waar mondharmonica-speelster Hermine Deurloo voor een volle zaal haar jongste project mocht aankondigen. Het waren Mike Boddé op piano en Marcel Booij op contrabas, en het was voor het trio het eerste optreden in deze samenstelling. Het lijkt een trio voor de toekomst, want het ging er prettig ontspannen aan toe. Het trio opende met twee nummers van Pat Metheny, waaronder Allways and Forever. Boddé had een fraaie ballad geschreven, geinspireerd op een driekwartsmaat van Wheather Report, en de band sloot af met improvisaties op de thema’s van de oude tv-serie Sanford & Son en van Turks Fruit. Gedurfd, om zich aan een stuk van Toots Thielemans te wagen, maar Deurloo kwam er moeiteloos mee weg.
Ondertussen stond er een lange rij wachtenden klaar voor de opmerkelijke combi van Artvark en Ntjam Rosie, die met hun project Homelands het land door reizen. En op het grote plein van de stad had andermaal Karen Devroop zijn mannen bij elkaar geroepen voor de afsluitende show. Hij had assistentie gekregen van saxofonist Ben van den Dungen en de frele zangeres Lindiwe Maxolo. De band combineerde jazz met meer traditionele Zuidafrikaanse muziek tot een uiterst dansbaar geheel, waarin opnieuw een heldenrol was weggelegd voor pianist Roland Moses.
Organisator Alexander Beets was na afloop van het festival tevreden over de gang van zaken. Er was weliswaar wat minder publiek dan voorgaande jaren (ongeveer 60.000 mensen, nog altijd niet onaanzienlijk in een stad van 150.000 inwoners), maar daar was bewust op ingezet. Zo was er op de pleinen ruimte genoeg voor de terrassen, wat bijdroeg aan de gemoedelijke sfeer en tevredenheid bij de omringende horeca. Sowieso was Amersfoort Jazz 2016 een festival waar zowel de fijnproever als de gemiddelde muziekliefhebber aan zijn trekken kon komen, en niet alleen in dat opzicht uiterst geslaagd.