In een ziekenhuis in Los Angeles is zanger Al Jarreau overleden. Bronnen in ziijn omgeving vertellen dat de in Milwaukee geboren zanger overleed aan de gevolgen van uitputting. Hij moest vorige week al een tour afbreken wegens oververmoeidheid.
In Nederland was Jarreau zeer geliefd. Hij had begin jaren ’80 van de vorige eeuw een grote hit met het nummer Roof Garden, waarin hij zijn scat-kwaliteiten ten volle tentoon spreidde. Het was afkomstig van het album Breakin’ Away, dat niet alleen zijn weg vond naar jazzliefhebbers, maar een breed publiek trok. Al Jarreau was een graag geziene gast op het North Sea Jazz Festival, waar hij vele keren optrad.
Hoewel Al Jarreau bekend was als jazz-zanger, had hij in wezen voor zichzelf een niche gecreeerd, door hard een eenzaam werk in obscure nachtclubs. Zoals het hoort zette hij de eerste stappen in het entertainment-vak in de kerk, bij het koor. zijn vader was, uiteraard, predikant. Pas in 1975 bracht hij zijn eerste album uit, op 35-jarige leeftijd, maar het bracht hem wel een Grammy, zijn eerste van maar liefst zeven stuks.
Zijn lichtvoetige muziek was in aanleg jazz, maar hij was niet geneigd om zich tot een genre te beperken. Zijn eerste album, het al in 1965 uitgebrachte ‘1965’, was wellicht pure jazz te noemen, maar was commercieel onsuccesvol. Latere platen bevatten ook goed in het gehoor liggende pop en muziek die je R&B avant la lettre zou kunnen noemen. Het bracht hem een groot publiek, dat genoot van zijn kenmerkende percussieve zangkunst.
In 1981 bracht hij Breakin’ Away uit, dat hem ook ver buiten jazzkringen bekendheid bracht. Dat jaar was hij ook te gast op NSJ, en nog veel optredens aldaar zouden volgen, tot groot genoegen van zijn vele fans in ons land. In 2014 was hij voor het laatst te zien op het festival.
In de komende editie van de papieren Jazzism gaan we uitgebreid in op leven en werk van Al Jarreau.
