Trompettist Ack van Rooyen behoort tot de pioniers van de bebop in Nederland. Hij speelde met grootheden als Miles Davis, Gil Evans en Clark Terry.
In zijn latere leven heeft hij ook als docent veel betekend voor nieuwe generaties jazzmusici. Nu ontvangt hij voor zijn vele verdiensten voor de jazz de Buma Boy Edgar Prijs 2020.
Inspiratie
Geboren in Den Haag ging Ack (16) met zijn broer Jerry (17) naar Nederlands-Indië op tournee waar ze speelden voor Nederlandse soldaten. Tijdens deze reis kwam Van Rooyen voor het eerst in aanraking met bebop. “Met het orkest speelden we voornamelijk dansmuziek, Glenn Miller, dat soort dingen, maar fans van ons die op de Amerikaanse ambassade werkten, hadden de nieuwste Amerikaanse jazzplaten. V-discs, waren dat, speciaal voor het leger. Toen hoorde ik voor het eerst bebop: Dizzy Gillespie, Charlie Parker. Ritmisch en harmonisch was dat een totaal ander landschap, mijn broer en ik waren er helemaal ondersteboven van. We probeerden die platen na te spelen, wat natuurlijk niet lukte, maar het was, en is, nog altijd een enorme bron van inspiratie.”
Moderne jazz
In 1949 ging hij opnieuw samen met zijn broer naar New York. “We gingen mee in het kader van een studentenuitwisseling. In New York lagen we in de haven en konden we op het schip slapen, maar dat deden we natuurlijk niet. We hingen de hele nacht in de clubs van 52nd Street. Onze favoriet was The Three Deuces. Daar heb ik mensen als Fats Navarro, Max Roach en Errol Garner live zien spelen. Ongelooflijk. En in de pauze stonden ze op straat een sigaretje te roken en kon je een praatje met ze maken.”
Terug in Nederland maakten Ack en Jerry samen met trompettist Rob Pronk en pianist Rob Madna deel uit van een kleine voorhoede die de modern jazz ofwel bebop in Nederland introduceerde. In 1950 speelden Ack en Jerry met Rob Pronk in het Boptet. Tussen 1952 en 1954 tourde het trio met het showorkest van Boyd Bachman door Scandinavië, daarna speelden beide broers bij The Ramblers. In 1958 vertrok Ack naar Parijs om in het orkest van Aimé Barelli te spelen. In 1960 ging hij naar Duitsland waar hij twintig jaar zou blijven.
Then & Now
Op de flügelhorn groeide Van Rooyen uit tot een internationaal vermaard solist. Toen hij in 1980 terugkeerde naar Nederland, werkte hij weer regelmatig samen met Jerry. Samen met het Metropole Orkest maakten ze onder meer de schitterende platen Daydream (1991) en Colores (1999). Voor zijn nieuwste project, de dubbelelpee Then & Now, heeft Ack stukken van deze cd’s gekozen om opnieuw uit te brengen.
Je las een deel van een interview dat Jazzism had met Ack van Rooyen. Het volledige interview is te lezen in Jazzism 6 2020. Gemist? Je kunt oude nummers altijd nabestellen in onze webshop.
Then & Now wordt besproken in Jazzism #1 2021, het blad ligt vanaf volgende week op de deurmat en in de winkel.
(Foto: Joke Schot)