De Nijmeegse Music Meeting is al ruim dertig jaar een begrip in de Nederland festivalwereld. Met een mix van wereldmuziek en geïmproviseerde muziek weet het festival elk jaar weer te verrassen. Van een binnenfestival in november werd het in 2004 een buitenfestival tijdens de Pinksterdagen. En nu is er weer een Music Meeting binnen, in de nieuwe zaal van Doornroosje, net twee maanden open.
Tekst: Rik van Boeckel
Beeld: Hans Speekenbrink
Een mini-festival naast de pinkstereditie, daar staat de toevoeging XS (Extra Small) voor. Het werd een zeer gevarieerd festival met de poppy Kaapverdisch/Franse songs van Mayra Andrade, traditionele Malinese muziek van Kassé Mady Diabaté, filmische Franse jazz van Vincent Peirani & Emile Parisien en de verfrissende avantgardistische Braziliaanse mix van Metá Metá.
“Vanaf de eerste buiteneditie hebben we het al over een nieuwe binneneditie gehad,” vertelt Music Meeting-programmeur Wim Westerveld. ” Omdat Doornroosje verhuisd is, zagen we een mooie aanleiding. Het is vlakbij de zalen waar het vroeger was: de Schouwburg en De Vereniging. Met deze Music Meeting XS hebben we zoals altijd gezocht naar extremen.”
De Music Meeting XS trapte af met een gemoedelijk concert van Mayra Andrade dat wat moeizaam op gang kwam. “Laten we maar doen alsof het avond is want ik ben niet gewend ’s middags op te treden,” deelde ze het publiek mee. Andrade liet vooral de poppy kant van haar laatste album Lovely Difficult horen. Ze begon wel in het Kaapverdisch met onder andere Ilha de Santiago maar zong net als op het album diverse Franstalige nummers. De zangeres die al jaren in Parijs woont zong ook een aantal nummers van haar prachtige debuut Navega (2007), liet het publiek meezingen in Rosa en sloot af met de swingende funana Terra Lonji. Het publiek, door Westerveld het kernpubliek van de Music Meeting genoemd, maalde er niet om dat het een middagconcert betrof en beloonde de zangeres met een enthousiast applaus.
En toen kwam de Malinese grootheid Kassé Mady Diabaté, telg uit de roemrijke Diabaté dynastie van zangers en musici. Onlangs kwam zijn album Kiriké uit met onder andere Ballaké Sissoko (kora), Lansiné Kouyaté (balafoon) en Badjé Tounkara (ngoni). Zij begeleidden hem ook in Nijmegen. De diep traditionele muziek van Kassé Mady Diabaté was zonder meer hoogstaand. Diabaté keerde als een zingende verteller terug naar de traditionele griot muziek, die al eeuwen generatie op generatie wordt doorgegeven. Het samenspel tussen kora, balafoon en ngoni was weergaloos. De drie musici kregen de ruimte om te soleren, Tounkara liet op de ngoni horen waar de oorsprong van de blues ligt, namelijk in West-Afrika. Kouyaté bracht de klanken van de balafoon, de Afrikaanse xylofoon, sprankelend tot leven en Sissoko bewees een van de beste koraspelers van dit moment te zijn.
Hoe gevarieerd deze Music Meeting werd duidelijk bij de volgende act, van een totaal ander kaliber. De filmische jazz van het Franse duo Peirani en Parisien is gebaseerd op het werk van Sidney Bechet, grootmeester op de sopraansaxofoon. Parisien op de sax en Peirani op de accordeon doen op hun instrumenten aan ongebreideld klankonderzoek. Ze putten ruim uit de jazzgeschiedenis, brachten een ode aan klarinettist Michel Portal, Peirani’s spel op de accordeon grenste aan virtuositeit, de melodische en ritmische variaties die hij liet horen waren ongekend.
Voor de laatste act Metá Metá uit Brazilië waren alle stoelen weggehaald. De uit vijf leden bestaande band uit São Paulo behoort tot de nieuwste avantgarde uit Brazilië, er loopt ergens wel een lijntje van Azymuth via Lucas Santtana naar dit bijzondere gezelschap waarin Juçara Marçal het zingende boegbeeld is. De meeste songs zijn geschreven door gitarist Kiko Dinucci maar ook saxofonist/fluitist Thiago França trekt met zijn onorthodoxe spel op de sax volop de aandacht. De soundexplosie in het eerste nummer deed even aan The Ex denken, punk is naast avant garde jazz, afrobeat en de Afro-Braziliaanse candomblé dan ook een van de invloeden in de muziek van Metá Metá dat dit jaar het album Metal Metal uitbracht. De dreunende batucada-achtige ritmiek op de drums stuwde de energieke band verder op. Heftig en soms gas terugnemend in een Kaapverdisch klinkende song. En dan weer stevig gepeperde Afrofunk, uitstapjes naar afrobeat en daaromheen de mystieke sfeer van de Afro-Braziliaanse candomblé cultreligie, op het podium vooral uitgedragen door Juçara Marçal. We zijn getuige van de nieuwste stijl uit Brazilië. Tropicalia anno 2014!! Afrobeat legende Tony Allen heeft ze al ‘de uitvinders van de nieuwe Braziliaanse muziek’ genoemd.
Thiago França vertelde na afloop meer over de achtergrond van de band:
” Onze muziek is qua ritmiek en teksten gebaseerd op de Afro-Braziliaanse candomblé. Dat is niet zomaar een uiting maar het is ons geloof. We zingen over de Orixas, de goden die de Yoruba’s in de tijd van de slavernij naar Brazilië hebben meegenomen. Het is een deel van de Afrikaanse erfenis van Brazilië. Als bewoners van het moderne Brazilië mengen we die met punk, avant-garde jazz maar de basis blijven de rituelen van de candomblé. Metá Metá betekent ’three in one’ in het Yoruba. We komen uit São Paulo, een stad van 20 miljoen inwoners, de drukte van die stad hoor je terug in onze muziek. We bestaan als band 7 jaar en hebben in Brazilië een goede following, we spelen daar niet voor 20.000 man maar voor 6000 en dat zijn trouwe fans. Dit is onze tweede keer in Europa, de eerste keer in Nederland en we vinden het jammer dat we niet langer kunnen blijven”.