Jazz International Rotterdam is met haar jaarlijkse festival uitgegroeid tot een relaxt event waar veel nieuwe bands en artiesten te ontdekken zijn. Dit keer staat de eigenzinnige en mysterieuze Scandinavische jazz, annex The Nordic, centraal. Journalist Angelique van Os bezocht de vrijdagavond.
Koeniverse3
In haar presentatie benadrukt Vera Vingerhoeds het al: het thema van dit jaar – The Nordic – draait niet alleen om talent en topacts uit Scandinavië, het gaat net zo goed om formaties die zich laten inspireren door deze veelal minimalistische, avontuurlijke en eveneens elektrische vibes en atmosferen. Dat geldt bijvoorbeeld voor de openingsact, de Nederlandse groep Koeniverse3, onder leiding van Koen Schalkwijk op de herkenbare wurlizter, Mark van Schaik op drums, Alessandro Fongaro op bas en speciale gast Joris Roelofs op basklarinet. Een band die pas een jaartje bestaat en waarbij de wurlitzer een centrale plaats inneemt qua sound. Roelofs speelt van blad complexe rifs, lijnen en melodieën, terwijl Schalkwijk er repeterende motieven onder legt en de ritmesectie er met een pulserende groove omheen buigt. In het opvolgende rubato-stuk Descendent, klinken de toetsen wat dromerig, melancholisch bijna. Ondanks dat Roelofs fantastisch speelt en geen noot verkeerd raakt, gaat het vele bladlezen wel wat ten koste van de onderlinge interactie. Het trio is goed op elkaar ingespeeld en geeft elkaar veel ruimte met scherpe grooves, rhythm changes en solo’s. Schalkwijk haalt soms bijna futuristische soundscapes uit effectenbakjes, aangevuld door een donker, dreigend randje van de strijkende bas en snelle freejazz toonladders van Roelofs. Net wanneer de logica weg lijkt, volgt een fraai nieuw thema. Waardige openingsact.
Ellen Andra Wang
We vervolgen onze weg naar zaal 1 waar contrabassiste-zangeres Ellen Andrea Wang haar opwachting maakt. The Guardian riep deze dame uit als een van de meest invloedrijke vrouwelijke jazzmusici van dit moment. (Lees ook het interview met haar in ons februarinummer). De Noorse Wang heeft naast haar tweede album onder eigen naam, Blank Out, een indrukwekkende staat van dienst. Ze speelt onder meer met Manu Katché, Marilyn Mazur Shamania, is oprichtster van indiejazzgroep Pixels en ze speelde met Sting. Daarmee zijn de verwachtingen hooggespannen. Met haar trio Andreas Ulvo (t) en Siv Øyun Kjenstad (d) laat ze diverse stijlen uit de pop en jazz samensmelten in een geheel eigen sound. Haar lieflijke heldere zanggeluid vormt een mooi contrast met haar pulserende en tegendraadse basgrooves. De drums van Kjenstad bewegen zich er vrij omheen. Daarnaast creëert Ulvo een breed kleurenpalet door het geluid van de vleugel te combineren met synth’s en fender Rhodes. Het is dan ook Ulvo die voornamelijk de aandacht naar zich toetrekt met zijn sterke spel en soli. Het wat beperkte stembereik en de vlakke zangsound overschaduwen het sterke basspel en dat is jammer. Hopelijk ontwikkeld Wang haar zangkwaliteiten meer door veel te spelen. De muziek blijft echter wel boeien, mede door de diverse lagen in de composities, het sterke collectieve spel en de intrigerende natuurlijke verschijning van Wang. Overigens klinkt het trio heel rijk, alsof er een kwintet op het podium staat. Ulvo roept met zijn sferische en romantische pianospel uitgestrekte landschappen op. Een act die we ongetwijfeld veelvuldig teruggaan zien in 2018.
Lijbaart, Stadhouders en Rambags
In de foyer staat het kwintet jonge Ochsen, wat eerder door Amerikaanse traditie beïnvloed lijkt, dan door Scandinavische muziek. Dit is een behoorlijke mismatch en een wat nietszeggend bandje zonder eigen geluid. En de hippe Afro-beat band KOFFIE die op zaterdag geprogrammeerd staat roept ook de nodige vraagtekens op, waarom juist zij op het festival staan met The Nordic Sound in het achterhoofd hebbend. Hoe dan ook, ik ga naar boven, naar de verstilde, ingetogen en emotionele trip van drummer Joost Lijbaart, gitarist Bram Stadhouders en de jonge vocaliste Sanne Rambags. Lijbaart heeft zichzelf naast zijn drumstel ingebouwd met allerlei gongs en oosterse percussie-instrumenten, terwijl Stadhouders zich ondersteunt met de nodige effectpedaaltjes en laptop. Evenals bij Wang, is de instrumentatie zo rijk, dynamisch en uitbundig, dat je niet het idee hebt naar een trio te luisteren. Lijbaart laat zich van een andere kant zien: zoals altijd op het scherpst van de snede, maar intenser zo lijkt het. Directer, met die geheel eigen manier van spelen. Rambachs beweegt zich soepeltjes en op het juiste moment met haar heldere, dromerige stem tussen de soundscapes, belletjes en zachte tokkeltjes. De musici lijken de vrijheid volledig op te zoeken en bouwen daarmee een mysterieuze sfeer op die onder de huid kruipt en niet loslaat. Het trio excelleert in een dreigende climax, om vervolgens volledig terug te keren naar de stilte. Indrukwekkend dit trio. Alleen jammer dat ze qua dynamische opbouw, sfeer en ritmiek in herhaling vallen na een aantal stukken en daardoor is het verrassingseffect weg. Opnieuw lange zanglijnen, opzwepende drum en repeterende gitaarrifs.
Mathias Eick
De hoofdact van de avond is trompettist en alleskunner, Mathias Eick. Na zijn reis door het Amerikaanse Midwesten (2015), vervolgt hij binnenkort zijn weg naar Ravensburger en terug naar Noorwegen. Zijn nieuwe album dat in 2018 onder ECM verschijnt gaat over zijn liefde voor zijn familie en gezin (lees in Jazzism-februari ook het interview met Eick). In LantarenVenster staat hij met een akoestisch kwintet (opnieuw Wang en Ulvo, en verder violist Håkon Aase en Torstein Lofthus op drums). Openingsstuk is Midwest; mooi om te zien hoe ze de elektronische soundscapes die dit nummer op de plaat kenmerkt, ook in deze setting goed overeind houden. De dromerige zangerige en fluwelen sound van Eick is om verliefd op te worden. Zwoel, lyrisch maar nergens over de top. Dat geldt eigenlijk voor de hele band, die mooi in balans klinkt en elkaar de ruimte geeft. De viool kleurt mooi bij de pastorale, folklorische sfeer en wanneer Eick soleert dan tokkelt de ritmesectie daar bijvoorbeeld fraai om heen en vindt elkaar even gemakkelijk bij het thema. En terwijl bas en drums zich dienstbaar opstellen, wisselen viool, piano en trompetsolo’s elkaar perfect af. Het nieuwe, wat meer stuwende nummer Girlfriend, gooit op het juiste moment wat swung in het concert. Ook het nummer daarop volgend is wat ritmischer, maar altijd is daar die melodische trompetsound. Alles klopt aan dit kwintet. Ik keer met een voldaan gevoel naar huis en draag morgen het stokje over aan collega Rik van Boeckel.