Het bordje ‘uitverkocht’ kon ook voor aanvang van de tweede editie van So What’s Next? op de deur van Muziekgebouw Eindhoven. Terwijl het aantal vaste jazzpodia door de jaren terugliep, is het een geruststellende gedachte dat er wel degelijk nieuwe speelplekken voor de nu-generatie jazzmuzikanten kan worden gecreëerd waar ook voldoende publieke belangstelling voor is.
In de opzet is So What’s Next? een compacte versie van North Sea Jazz waarbij de grote van de zaal meegroeit met de bekendheid van de artiest. Volgens de beproefde formule stonden er dus headliners als Selah Sue, Bugge Wesseltoft en Ibrahim Maalouf op het grootste podium en klonken muzikanten als Nik Bärtsch, Jason Moran en Chris Dave in de kleinere zalen. Dat laatste leverde ook een kritiekpunt op, want niet elke zaal bij So What’s Next? is daadwerkelijk een zaal. Een aantal podia stond in de algemene ruimtes waardoor geluidslekkages en borrelende mensen het de geconcentreerde luisteraar niet altijd makkelijk maakten.
Door: Koen Graat
Muzikaal gezien was de tweede editie van So What’s Next? hoe dan ook de moeite waard. Terwijl rapper Typhoon met zijn band een energieke show weggaf op het hoofdpodium, liet een kleinere groep luisteraars zich onderdompelen in het dikke tenorgeluid van James Brandon Lewis. De jonge saxofonist is in zijn spel zeer schatplichtig aan John Coltrane, maar zijn flirts met soul en gospel zorgen voor een eigen benadering, waarbij zijn podiumbeleving wel erg statische en berekenend bleef.
Een schril contrast met de charmante Becca Stevens, wiens naam door bijdragen op cd’s van pianist Gideon van Gelder en trompettist Ambrose Akinmusire ook in jazzkringen rond zingt. Haar eigen repertoire heeft verder weinig met jazz te maken, wat niet wegneemt dat de Amerikaanse met haar indringende stem en uitgekiende arrangementen boven het maaiveld van de doorsnee singer-songwriter uitsteekt.
Natuurlijk mag een grote teleurstelling ook niet ontbreken op een festival. Die dubieuze eer was weggelegd voor Bugge Wesseltoft, Henrik Schwarz & Dan Beruglund Trio. De hoop dat het drietal live voor meer spektakel zou zorgen dan op de onlangs verschenen cd bleek al snel ijdel te zijn. Broeierige grooves zorgden in eerste instantie voor spanning, maar kabbelden vervolgens te lang en fantasieloos voort om uit te doven in nietszeggendheid.
Het drietal zou er goed aan doen een masterclass te volgen bij de Zwitserse pianist Nik Bärsch, een (zen)meester als het gaat om spanningsopbouw en het veroorzaken van een climax. Dat geldt echter meer voor zijn band Ronin dan voor het nieuwe, akoestische project Mobile waarmee hij in Eindhoven stond. Basgitaar heeft daarin plaatsgemaakt voor extra percussie en dat gaat ten koste van de drive, het onderbuikgevoel en de onweerstaanbare drang om je mee te laten voeren die Ronin wel heeft.
Voor absolute festivalhoogtepunten tekenden twee jazzmuzikanten met ook een niet-Westerse achtergrond. Allereerst was er trompettist Ibrahim Maalouf wiens naam en faam in twee jaar tijd tot ongekende hoogte is gestegen. Met zijn retenstrakke show Illusions waarin jazz, funk, rock en Arabische invloeden op een heel eigenwijze samengaan, bracht de Libanese Fransman de volgepakte grote zaal in extase. Was het muzikale spectrum bij Maalouf breed, wat de Armeens Amerikaanse pianist Tigran Hamasyan weet te brengen is ronduit onovertroffen. Met een zinderde mix van jazz, progmetal, Armeense volksliederen en elektronica liet hij zijn toehoorders in ongeloof achter.