De tweede week van het Gent Jazz Festival 2013 begint heerlijk zomers, waarbij sfeer en locatie elkaar perfect aanvullen. Zonnig weer, koude pilskes, eetstandjes, half open tenten en vooral veel goede muziek vormen de ingrediënten van de twaalfde editie die verrassende wendingen krijgt….
Tekst: Angelique van Os
De twaalfde editie van Gent Jazz lijkt vooral in het teken te staan van vocalisten. Vorige week waren headliners Kurt Elling, Diana Krall, Dee Dee Bridgewater, Bobby Womack en Brian Ferry al te zien. Dit weekend worden Madeleine Peyroux, Jamie Cullum, José James, Becca Stevens, Elvis Costello en Valerie June aan toegevoegd.
Maar er is meer: de donderdag start met een vurig duet tussen twee ras-virtuozen: de Italiaanse Stefano Bollani (40) en de ruim een keer zo oude Martial Solal (85)!
De techniek en souplesse van Solal is nog uitmuntend. Zijn handen dansen en vliegen over het klavier met alle gemak van de wereld. De twee pianisten zijn aan elkaar gewaagd, ze dagen elkaar uit en vinden elkaar blindelings. Ze improviseren, maar begeleiden elkaar ook fantastisch. Wel met dusdanig veel noten, dat het duizelt. Het is jammer dat ze alles vol spelen, maar ja, met zoveel muzikale bagage heb je dan ook veel te vertellen. Dat gaat overigens gepaard met de nodige (slapstick) humor, verwijzend naar klassieke thema’s, filmscores en cartooneske scenes. Bollani wiebelt en stuitert achter de Steinway en tovert constant een grote glimlach op zijn gezicht. Overigens zijn het meesters in het bewerken van standards: de nummers zijn bijna onherkenbaar gerestyled na een ‘BollaniSolal-behandeling’.
De compactheid van het Bijloke festivalterrein geeft altijd een intiem, bijna familiair gevoel. Er zijn dan ook letterlijk alle leeftijden te vinden. De Bourgondische levensstijl van de Vlamingen sluit daar perfect bij aan: relax en geniet, en doorschuiven naar de enorme tent.
De tweede hoofdact is de Israëlische Avishai Cohen. De bassist springt van klassiek, straight forward jazz, naar sferen en invloeden uit het Midden-Oosten, en past daarbij ongewone maatsoorten toe. Cohen kreeg in de jaren ’90 bekendheid toen Chick Corea hem opnam in zijn band. De muziek van de New Yorkse Israëliër klinkt heel toegankelijk en avontuurlijk tegelijk. In de band spelen twee opvallende jonge muzikanten: pianist Nitai Hershkovitz en de slechts 19- jarige (!) Ofri Nehemya, die met zijn vette sound veel respons vanuit de zaal ontvangt. Cohen zelf vormt de verbindende schakel van het geheel, waarbij hij zijn musici veel ruimte geeft en zelf opgaat in het collectief. Hoewel, zo nu en dan verschijnt hij glansrijk op de voorgrond. Saxofonist Eli Degibri blijft wat meer op de achtergrond en speelt tot halverwege de set een beetje mat. In een steviger fusionstuk geeft hij flink gas in een uitbundige solo, en gaat een interactieve dialoog aan met Cohen die overgestapt is op de elektrische bas. De zaal is wakker en joelt luidruchtig. De veelzijdige Cohen strijkt vervolgens in een intermezzo met Herskovitz, waarbij alle energie wegebt in een ingetogen stuk. Gelukkig komt die energie terug in het daaropvolgende mysterieuze nummer, met prachtig samenspel tussen het trio.
Het is een afwisselende set die van akoestisch, klein en ruimtelijk, switcht naar stevige en opzwepende fusion jazzrock. De toegift is verrassend en gewaagd: terwijl de bandleider zichzelf begeleidt, begint hij plots te zingen in Ladino, een oude Spaanse taal die is afgeleid van het 15e eeuwse Castiliaans, meent Jazzism-collega Rik van Boeckel. Dat breidt hij uit met een volgend slotstuk, dat juist weer Engels is en hij strijkt. Helaas valt het geluid half uit .Voor het Gentse publiek maakt dat niet uit, het debuut van Avishai Cohen op hun festival laat diepe indruk achter.
Dat gold allerminst voor publiekslieveling Madeleine Peyroux, die de avond afsloot met een negenkoppige band. Compleet met strijkkwartet en Hammond B3 zou er vuurwerk moeten volgen zou je denken. De verschijning van de zangeres spreekt alleen al boekdelen: ze ziet er slonzig uit, alsof ze zo uit bed is gestapt. Vermoeid ook en lichamelijk is ze minstens tien kilo zwaarder. Wat is er met haar aan de hand? Ook haar stem klinkt matig, lager en rauw. Haar meisjesachtige flair lijkt als sneeuw voor de zon verdwenen en haar blik is afwezig. Triest om haar zo te zien en vooral te horen. De zangeres die zoveel lof krijgt vanwege haar eigenzinnige geluid dat sterk doet denken aan Billie Holiday overtuigt niet. Haar tekstinterpretatie, timing en fraseringen doen dat gelukkig wel, maar haar zang is weinig dynamisch en afwisselend. Dat geldt ook voor de voortkabbelende band en liedjes die niet raken. De kracht ligt hoofdzakelijk bij de strijkarrangementen, die een romantische bijna nostalgische sfeer oproepen. Daarmee is dan ook alles gezegd. De climax en energie van eerder op de avond valt nergens te bespeuren en mensen verlaten vroegtijdig de tent. Zonde, Peyroux verkeert duidelijk in een bluesmodus. Hopelijk komt ze dat snel weer te boven.