Toen John Coltrane in 1965 zijn album A Love Supreme uitbracht, veranderde hij niet alleen de toekomst van de jazz voor altijd. Ook legde hij, onbedoeld, de basis voor St. John Will-I-Am Coltrane African Orthodox Church, een kerk in het Fillmore District in San Francisco, dat destijds ‘The Harlem Of The West’ genoemd werd.
Halverwege de in alle opzichten roerige jaren ’60 bracht saxofonist en vernieuwer John Coltrane (1926 – 1967) zijn meesterwerk A Love Supreme uit. Het album was opgenomen in de studio van Rudy Van Gelder in Englewood Cliffs, New Jersey. In zijn band zaten McCoy Tyner op piano, Elvin Jones op drums en Jimmy Garrisson op bas.
Het album kwam tot stand op het moment dat de strijd voor gelijke rechten voor zwart en blank in de Verenigde Staten tot een kookpunt kwam. Coltrane wilde met A Love Supreme een spirituele eenheid creëren, om zo door middel van zijn muziek maatschappelijke veranderingen teweeg te brengen. Coltrane beschouwde het album als zijn ‘geschenk aan God’.
Franzo en Marina King, jazzfans uit San Fransisco, waren rond die tijd in de gelegenheid een concert van Coltrane bij te wonen. Gezeten op de eerste rij zagen zij ,,de Heilige Geest samen met Coltrane het podium op lopen.’’
Vanaf dat moment was John Coltrane hun God, en A Love Supreme het evangelie.