Jazzism Redactie blog 4
De tweede dag, we zijn er klaar voor. Voorafgegaan door de laatste noten van pianist Jon Batiste met zijn soulvolle New Orleans swing, starten we in met oude soul- en funk veteraan Shuggy Otis (zoon van de legendarische Johnny Otis), die na een lange weg vol dope en downfall terug is, of zegt te zijn, ditmaal door z’n beetje zijn halve familie. Dat is maar goed ook anders stond Pa er niet. Hoewel zijn gitaarspel nog altijd kan vlammen, is de man nauwelijks meer bij stem, is zijn I don’t give a fuck houding redelijk arrogant en rammelt zowel geluid als band flink…..we hadden het kunnen weten na zijn eerdere concert in Paradiso. Jammer, want spelen kan- ie nog steeds, dat dan weer wel.
Dan is het bijzondere tribute optreden van het restant van E.S.T., het trio met voorheen pianist Esbjörn Svensson, die tragisch omkwam bij een duikongeluk, een verademing. Het tribute aan het avontuurlijke geesteskind van E.S.T, Esbjorn Svensson, die enkele jaren plotseling overleed, was ronduit indrukwekkend. De Zweed was met zijn trio, (Dan Berglund (B) en Magnus Ostrom (d)) een van de meest progressieve Europese groepen van de laatste twintig jaar. De spirit van Svenssons sterke composities kwam mede naar voren door het herkenbare en opzwepende spel van zijn bandleden, die meespeelden met het Royal Conservatory Symphony Orchestra Den Haag.
De gelaagde suspense en ruimtelijke warme motieven kwamen prachtig naar voren en bouwden steeds meer toe naar korte, maar krachtige climaxen. Er waren mooie features voor harp, Yuri Honing die dromerige lijnen speelde en van de altijd spacey drum ’n bass partijen die de strijkers stuwt en blijft bewegen. Ook gitarist Kurt Rosenwinkel en trompettist Ibrahim Maalouf speelden mee, wat aantoont hoe geliefd de groep was en nog is.
John Zorns Song Project begon letterlijk op zijn Zorns : hij startte zijn set met een tirade tegen een fotograaf, die eigenlijk niet mocht fotograferen. Zorn trad aan als dirigent, tegenstrijdig, geen avantgarde maar muziek vertaalt in teksten, dragend gezongen, heel bijzonder. Heel grillig, van lieflijke ballads tot heavy metal (Marc Ribot) en op toetsen John Medeski, naast een opvallende zangeres: Sofia Rei. Van Zorn gaan we vanavond meer horen.
Wandelend songbook Gregory Porter kan echt alles, nu al een levende legende wat ons betreft, Nat King Cole-niveau, echt waar. Deze combinatie met het Metropole Orkest, ook met Anthony Hamilton, was weer van een ongekend topniveau. Wie ooit besloten heeft het Metropole op te heffen, is niet goed bij zijn hoofd. Punt uit. En de goede reus Porter gaat nog wel even mee.
Cody Chessnutt snapt, in tegenstelling tot Shuggy, de festival routine precies en gaat er vol voor, wat een feestje weer! Zijn ultiem gedrilde band tilt de wel wat vermoeide Cody (te veel getoerd?) over de dalen heen en de vibe is super….opnieuw lijkt de Congo (als vorig jaar met Betty Wright) veel te klein geprogrammeerd voor een ster van dit formaat.
Nog zo’n icoon: Steve Winwood , die achter de Hammond I’m A Man zingt en de pan uit swingt. Ondanks zijn 65-jaar heeft zijn stem nog niets aan kleur en kracht ingeboet. Dat blijkt vooral in het ijzersterke Higher Love van zijn solo-album Back In The High Love uit 1986, gevolgd door Keep On Runnin’, en Give Me ‘Some Lovin, zo waren de sixties met Spencer Davis weer helemaal terug, ook hier op North Sea.
Wij gaan het grote Nu in met de rest van deze avond
Jazzism: Angelique van Os, Rik van Boeckel, Jan Jasper Tamboer, Kees Smallegange, Dietmar Terpstra, Paul Evers