Kippevel. Het is zeker 35, 40 jaar geleden dat ik de muziek van The Soft Machine voor het laatst heb gehoord (ik heb er niks van in huis), maar 3, geïnspireerd door haar album Third, brengt alles weer haarscherp terug. Toetsenspeler Michiel Braam vertolkt, op A Certain Kind van bassist Hugh Hopper na, uitsluitend eigen composities, maar je zou zweren dat je naar pas ontdekte historische tapes van de Softs zit te luisteren. Ik hoor ook allerlei citaten en verwijzingen in bepaalde modulaties, ritmische grapjes, de afwisseling van soundscapes en de totaalsound. De manier waarop Braam zijn solo’s vormgeeft is eveneens een ode aan Mike Ratledge, de organist van de Engelse avantpopgroep. (Sun Ra is een andere referentie, overigens.) 3 Is wederom een mijlpaal in de onnavolgbare carrière van Michiel Braam. Hij kan zich zodanig compleet in een genre ingraven dat je zou zweren dat hij er zijn ganse leven aan gewijd heeft. Free jazz, tango, ballroom geruis, opera’s die tegen schenen schoppen, schlagers, fanfare, zwikkende big bands, psychedelische pop – wat verder?
Eddy Determeyer