22 februari overleed de Turkse zanger/ instrumentalist Behsat Üvez. Dit album is de laatste die hij heeft kunnen maken met Baraná, dat hij oprichtte met saxofonist/klarinettist Stefan Kamperman. Inspiratie waren de sjamanistische roots van Turkse stammen en hun rauwe trance muziek. Er worden oude teksten gezongen in een oude Oeigoers-Turkse taal. Baraná heeft voor dit album een elektronische benadering gehanteerd en zo een nieuwe sound gecreeerd. Op dit Baraná album hoor je daarnaast de typische sound van de groep terug. In Kosuk is de door Jeff Sopacua gespeelde gitaar nadrukkelijk aanwezig. En niet alleen daar scheurt die langs Üvez sjamanistische zang, Kamperman’s golvende melodielijnen, Afra Mussawissade’s percussie, Ernst Reijseger’s cello vibraties maar ook in instrumentale stukken als het sferische Altan (Horizon). Heel filmisch is de prachtige instrumental Asian Garden. In feite maakten Üvez en Kamperman een zeer enerverende muzikale reis door het verleden van Turks sprekende volken, niet alleen in Turkije maar ook in Centraal Azië.
Rik van Boeckel