Zaterdag zette Toto de Nile-zaal op zijn kop tijdens North Sea Jazz. De Californische rockformatie bestaat dit jaar 43 jaar, het hiaat 2008-2010 voor het gemak maar even meegerekend. Een verslag.
Door Storm Bakker, beeld Marcel Boshuizen
Toto anno 2019 ís gitarist Steve Lukather, die al van de partij was in 1976. Oprichter David Paich doet het wat rustiger aan en van de broers Pocaro is alleen synthesizer-nerd Steve nog over, terug na een jarenlange afwezigheid. Lukather nam zelf enkele zangpartijen voor zijn rekening, zoals hij in de jaren ‘90 al deed. De belangrijke leadvocalen waren gelukkig toevertrouwd aan Joseph Williams (de zoon van componist John Williams), die al eerder zanger van Toto was (in 1988).
De huidige line up bestaat sinds 2017 en levert die onmiskenbare Totosound, met de meerstemmige zangarrangementen, de doorwrochte instrumentale passages en gecomponeerde solo’s op het kruispunt van pop en symfonische rock.
Met jazz heeft Toto verder niets te maken, maar dat kon de aanwezigen in Ahoy niets schelen.
Die genoten van een fantastische show en een opvallend goed geluid in een zaal waar menig artiest in het verleden verzopen is.
Hoe goed de band ook is, het huidige Toto biedt niets nieuws. Alle hits komen voorbij en worden luidkeels meegezongen door het publiek. Toen ‘Luke’ het tenenkrommende vraag-en-antwoord-spel met het volk begon te spelen, was de maat vol. De bewonderde gitarist nam wel meer vrijheden die de liefhebber tegen de borst stuiten. Hij strooide voortdurend met kleine licks tussen de zanglijnen door. Jammer, want zijn solo’s waren bij vlagen geweldig.