Transition in het Utrechtse Vredenburg is het kleine broertje van het North Sea Jazzfestival, maar dat betekent niet dat het NSJ-light is. Het is wel een concentraat van het beste dat de jazz, funk en impro op dit moment te bieden heeft.
Beeld en tekst: Tom Beetz
Meer dan dertig concerten in zeven zalen, bijna alles het beste in zijn soort, leiden tot keuzestress. Nieuwe namen die je eigenlijk niet wilt missen, soms waren ze al eerder hier als sideman bij bekende groepen, stonden geprogrammeerd tegenover grote namen waarvan je zeker wist dat je er een topoptreden van kon verwachten.
De dag begon nog rustig met het Metropole Orkest waarin gitarist Reinier Baas en saxofonist Ben van Gelder gastrollen vervulden. Wat meer uitdagende arrangementen zouden niet misstaan hebben want nu bleef het wel erg braaf.
Deftige zang
De uitdaging moest gezocht worden bij zangeres Somi, Amerikaanse uit Afrikaanse ouders. Haar reputatie was vooruit gesneld maar uiteindelijk bleek ze een in de operasfeer opgevoede zangeres die dat maar al te graag liet horen en weinig jazzgevoel tot haar deftige zang toeliet.
De tegenstelling met de andere nieuwe zangeres Ala.Ni, geboren in Londen en nu woonachtig in Frankrijk, kon niet groter. Ze heeft vast geen chique opleiding gehad, maar met weinig middelen liet ze een zinderend jazzgevoel horen. Ze wordt met Billie Holiday vergeleken, waar haar zang in het geheel niet op lijkt, maar het gevoel van Holiday legt zij er wel degelijk in.
Mulatu Astatke
Van de bijna legendarische Ethiopische vibrafonist Mulatu Astatke werd juist verwacht dat hij de Ethiopische ritmen tot leven zou brengen. Zijn achtmansband speelde supergoede jazz, maar de ritmen leken toch meer hun basis in New York te hebben.
Koyaanisqatsi
De Britse groep GoGoPenguin kreeg een revanche na hun mislukte optreden een jaar geleden. Dit jaar deden ze een experiment door live de soundtrack te spelen bij de cultdocumentaire Koyaanisqatsi, wat eerder was gedaan door Philip Glass. Soms was het opgelegd pandoer met voor de hand liggende beeldtaal (het beeld van een waterval; de muziek een donderende bass drum) maar als geheel was het een fascinerende muzikale zoektocht naar vrijheid, natuur, technologie en urbanisme.
Het verschil met dat andere aan de weg timmerende trio Phronesis was minder groot dan gedacht. Bij GoGoPenguin speelt de piano de dominante rol, bij Phronesis de drums van Anton Eger, maar beide maken even spannende muziek.
Kamikaze-jazz
De Nederlandse groepen kwamen sterk uit de hoek met kamikaze-jazz van de Japanse groep van saxofonist Joris Posthumus, bij pianist Rembrandt Frerichs en saxofonist Ties Mellema met een prachtige combinatie van Bach en jazz, en met keiharde jazzfunk van Koffie.
Iets traditioneler was Steve Coleman, van begin tot einde ijzersterk met zijn hoge energie spel, en saxofonist Branford Marsalis die zanger Kurt Elling begeleidde met zijn songs van zijn laatste cd Upward Spiral.
Evacueren
Jasper Høiby (Pronesis): Spannende muziek
Zanger José James begon in een stampvolle zaal maar wist die te evacueren toen hij zijn honigzoete zang inruilde voor rap en een oeverloos lange drumsolo. Daar was men niet voor gekomen en liet dat merken.
Een heel wat aangenamere verrassing kwam van de Franse saxofonist Guillaume Perret. Achter hem stond een stellage van saxofoons die elektronisch werden bespeeld. Zelf speelde hij op een tenor waar niet alleen noten maar ook licht uit spoot. Het zou zo al een geweldige visuele gimmick zijn geweest maar de muziek was minstens zo goed. Hij speelde een mix van funk vermengd met jazz uit de jaren dertig (in de sfeer van Fletcher Henderson) en onvervalste Rhythm & Blues, compleet met scheurende flageolettonen.
Shabaka
De finale met saxofonist Shabaka Hutchings onderstreepte het succes van deze strak uitverkochte tweede versie van Transition. We kennen zijn energie van zijn groep Sons of Kemet (vorig jaar al een hoogtepunt) maar met zijn Zuid-Afrikaanse band ging er nog een schepje bovenop. Een meer opzwepende finale is nauwelijks denkbaar.