Het Paard van Troje is het decor van de laatste editie van State-X New Forms, waarbij op vrijdag de nadruk ligt op acts die jazz op vernieuwende wijze mengen met invloeden van over de hele wereld.
Door: Iddo Havinga
Fotografie: Jan Rijk
Er staat nog maar een handvol luisteraars in de Grote Zaal terwijl Melt Yourself Down er zonder scrupules in knalt. De mix van hoekige rockdrums, een van strakke slapdack delay voorzien tenorsaxduo (denk: Sons of Kemet), Noord-Afrikaanse baslijnen en energieke punkzang trekt de aandacht. De frontale geluidsaanval heeft alles in zich om vermoeiend te werken, maar de groep weet die valkuil aardig te vermijden door per nummer steeds voor een andere ritmische aanpak te kiezen. Toch zou deze band beter tot zijn recht komen voor een dampende feestzaal.
Energieke improvisaties
Ondertussen doet Binker & Moses in het Café niet alleen door de tenorsax/drums-bezetting denken aan de beruchte duo-opnames van John Coltrane en Rashid Ali. Ook de vrije, energieke improvisaties kanaliseren deze voorgangers, iets wat saxofonist Binker Golding nog even benadrukt door op het hoogtepunt van een wilde conversatie met drummer Moses Boyd het beroemde ‘A Love Supreme’-motief te spelen.
Even later maakt NYEUSI, de groep van fenomenale drummer Justin Brown, haar internationale debuut in de Kleine Zaal. Brown, die zijn sporen zowel met elektronicavernieuwer Flying Lotus als met jazztrompettist Ambrose Akinmusire verdiende, toont zich een echte jazzdrummer van de nieuwe generatie. Terwijl de band een vernuftig in elkaar gevlochten melodisch motief speelt brengt hij beide werelden samen, virtuoos surfend over zijn drums op een manier die tegelijk stuwend en vloeiend klinkt. De manier waarop hij, loeistrak meespelend met een elektronische beat, de ritmische accenten nét iets weet te verleggen is ronduit indrukwekkend. Miles Davis’ Nefertiti meets Flying Lotus.
Terug in de Grote Zaal worden we geconfronteerd met nog zo’n sonische aanval, ditmaal door The Comet Is Coming. Het trio, waarvan saxofonist King Shabaka ook al op het podium stond met Melt Yourself Down, creëert een boeiende, donker gekleurde geluidswereld. Met dikke, laag gestemde drums als ruggengraat en synthesizers als allesomvattend geluidstapijt vormt de saxofoon van Shabaka de bezwerende ziel van het bandgeluid. Terwijl de band de intensiteit opvoert klinkt het alsof er een stampend jazzvoodoo-ritueel wordt uitgevoerd in een techno-club.
Op gezonde loopafstand ligt het Korzo Theater, waar het Dominic J. Marshall Trio speelt. Op het eerste gezicht een klassiek jazzpianotrio, tot je de synthesizer en effectpedalen op de vleugel van Engelse pianist Marshall ziet liggen, waarmee hij subtiele elektronische texturen toevoegt. Ook opvallend in deze setting: het Wu-Tang Clan-shirt dat bassist Glenn Gaddum jr. draagt. De kledingkeuze blijkt echter helemaal niet gek wanneer je de subtiel geplaatste, op hiphop geënte baslijnen en grooves ontwaart die Marshall in zijn stukken verwerkt. De organische wijze waarop deze worden afgewisseld met een veelheid aan ritmische variaties en meer ingetogen passages is op het lijf geschreven van toptalent drummer Jamie Peet, de andere helft van de Nederlandse ritmesectie.
Dan is het tijd voor BIGYUKI. De naar de VS verhuisde Japanner heeft in New York een bescheiden hype opgebouwd door samenwerkingen met o.a. Bilal en Meshell Ndegeocello. Ook verzorgde hij een groot deel van het toetsenwerk op het nieuwe A Tribe Called Quest-album. Bijgestaan door met samples aangevulde drums en smaakvolle gitaar lijkt elke omschakeling naar een ander instrument uit BIGYUKI’s indrukwekkende toetsen- en elektronica-arsenaal het signaal te zijn voor een overgang naar een ander genre.
Het ene moment speelt de eigenzinnige toetsenist Chopineske piano, dan weer klinkt zijn pianospel alsof het geknipt en geplakt is uit oude jazznummers. Het is exemplarisch voor zijn muziek: BIGYUKI componeert en speelt alsof hij alle jazz, hiphop, pop, rock en klassiek die hij ooit heeft gehoord in zijn hoofd heeft gesampled. Via een aanstekelijke performance weet hij er een eigenwijs, transparant en zelfs dansbaar geheel van te smeden.
Black Star
Terwijl BIGYUKI nog bezig is in de Kleine Zaal betreedt een zaal verder trio NOW vs. NOW het podium. Ook hier is het instrumentarium van pianist Jason Lindner, ook te horen op David Bowie’s Black Star, aangevuld met een batterij aan analoge synths. Het openingsnummer verraadt een fijnzinnig gevoel voor geluid. Terwijl bassist Paniagotis Andreou een hypnotiserende kwint herhaalt en drummer Justin Tyson subtiele ritmische accenten toevoegt met de snaren van zijn snaredrum haalt Lindner futuristische filtersweeps uit zijn Moog-synthesizer, om vervolgens gezamenlijk uit te barsten in een vette groove in 7/8 maat. Achter het geluidsexperiment zit een sterke emotionele lading verscholen, iets wat extra aan de oppervlakte komt door de Byzantijns beïnvloedde vocalen van Andreou.
NOW vs. NOW speelt bij vlagen introspectief, maar vooral heavy, rijk en diep. Het trio klinkt experimenteel en vernieuwend, maar presenteert haar veelheid aan invloeden op een uitgesproken, volwassen manier. Daarmee is het de act die het concept achter deze festivaldag misschien wel het beste belichaamt.
De laatste editie van State-X New Forms bewijst zich als een prikkelende showcase van vernieuwende geluiden in de jazz. Het is fascinerend om te zien hoe de vertegenwoordigers van een nieuwe generatie muzikanten die zich thuis voelt in allerlei genres ieder op hun eigen manier tot een nieuw geluid komt. Opvallend daarbij is dat de New Yorkse vertolkers van deze beweging veelal kiezen voor een wat meer verweven en genuanceerde aanpak dan hun Londense tegenhangers, die meer inzetten op effect en impact. Dit alles vraagt van de toeschouwer soms flink wat incasseringsvermogen, maar daar krijg je ook veel voor terug.