Trompettist Philip Lassiter nam Simmer Down live op met 24 muzikanten. Het nummer straalt een speels samenspel uit tussen de blazers en de zang over een groove die funk en latin-invloeden kruist met oorstrelende jazzharmonieën en doordringende gitaarleads.
De track is een directe weerspiegeling van Lassiters professionele pad, waaronder het arrangeren en leiden van een 11-koppige blazerssectie voor Prince tijdens vele optredens. Simmer Down staat op het eerder verschenen album Live In Love (Color Red).
Voor Jazzism 4-2021 sprak Sjeng Stokkink met Philip Lassiter over zijn muziek. De Amerikaanse multi-instrumentalist woont en werkt in Nederland.
Lassiter (10 september 1975) maakte in eigen beheer al vier puike funkalbums. Als arrangeur en sessiemuzikant was hij betrokken bij elf Grammy’s. ‘Ik zag van mijn vader, een predikant, hoe je je publiek kunt bespelen. Nadat ik op mijn negende de trompet ontdekte, wist ik al snel dat mijn toekomst in de muziek zou liggen. In Oklahoma studeerde ik af als jazztrompettist. En in Dallas begon ik mijn carrière als arrangeur en dirigent van gospelmuziek. Ik leerde er collega’s kennen als Erykah Badu, Roy Hargrove, Snarky Puppy, Kirk Franklin en vele anderen. Met Franklins album Hero kwam ik in 2005 als arrangeur voor het eerst in aanraking met de Grammy Awards. Daarna werd ik steeds vaker werd gevraagd als arrangeur van gospelplaten. De teller staat inmiddels op elf Grammy’s.’
Funky Dallas
‘’Ik ontmoette Michael League in 2006 op een jamsessie en was meteen onder de indruk van zijn spel op de elektrische basgitaar. Daarop nodigde ik hem uit om eens in mijn kerkband in Dallas te komen spelen. Hij speelde de sterren van de hemel en gaf me een cd van zijn band Snarky Puppy met jazzfusion nummers. We werden vrienden, voor het leven, zoals later zou blijken. Hij kwam vaker in mijn band spelen en raakte thuis in de funky Dallas-scene. Ik stelde hem voor aan Bernard Wright en Bobby Sparks, waardoor hij ook Robert ‘Sput’ Searight leerde kennen. Langzaam maar zeker ging Snarky Puppy steeds meer funky klinken.’
Samenwerking met Prince
‘Na zo’n 10 jaar blazersarrangementen schrijven en als sessiemuzikant werken had ik over een uitgebreid netwerk. Dus toen Prince in 2012 zijn bassist Andrew Gouche vroeg naar een goede arrangeur voor zijn elfkoppige blazerssectie, dacht Andrew aan mij. Na wat proefarrangementen te hebben opgestuurd, werd ik ontboden in Paisley Park. Daar ging ik samen met tien blazers repeteren. Ik kreeg Prince zelf pas na een dag of tien te zien. Daarna repeteerden we met de hele band én Prince. Soms wel twaalf uur per dag. Nooit ontmoette ik een muzikant die meer gefocust en intelligenter was dan Prince. Ik was ingehuurd als specialist en deed mijn uiterste best om dat waar te maken. Tijdens de repetities was ik regelmatig met Prince in dialoog over de muziek, terwijl alle andere aanwezigen doodstil waren. Vaak moest ik on the spot dingen aanpassen of invullen. Ik slaagde er waarschijnlijk mijn opdrachtgever te behagen, want ik ben tot zijn dood voor hem blijven werken. Als arrangeur en als trompettist. Het laatste nummer van zijn allerlaatste studioalbum heet Big City, en daarbij sta ik vermeld als horn arranger. Prince is tot op heden mijn allerbelangrijkste klus. Vaak is mij gevraagd: ‘how did you get that job?’ Mijn antwoord is dan steevast: ‘the job got me!’ Ik heb er ontzettend veel aan gehad, direct en indirect.’
Naar Nederland
‘Dankzij Prince heb ik ook mijn vrouw leren kennen. Ik trad in 2013 met hem op tijdens North Sea Jazz Curaçao. De avond ervoor stond ik in het publiek bij het concert van Erykah Badu. Daar raakte ik in gesprek met Josephine Rojer, Josje voor vrienden. Na een verschillende afspraken en verloop van tijd kwam ze bij mij in Amerika wonen. Ze werd de zangeres in mijn band en moeder van onze zoon.’ (tijdens dit interview was Josje zwanger van de tweede-red.). Aan het begin van de pandemie zaten we opgesloten in Los Angeles zonder familie en zonder uitzicht op veel werk. Daarom besloten we naar Nederland te verhuizen, waar Josje veel familie heeft. Ik kende Nederland al een beetje omdat de groep Racoon mij in 2017 inhuurde als arrangeur voor hun strijkers. Ik ben hier weer meer muziekles gaan geven, vooral via Zoom. Ook heb ik mijn album Live In Love verder afgemaakt. Dankzij internet kon dat prima, met al die Amerikaanse gastsolisten. Ik produceer nu The Pocket Exchange, een multiculturele Amsterdamse jamband, die afrobeat, jazz, funk en latin mixt.’