Dronken van de trap vallen en je nek breken, vlak nadat je een mooie erfenis hebt gekregen. Dat overkwam tenorsaxofonist Brew Moore (1924-1973) toen hij zijn feestje vierde in een restaurant in Tivoli Gardens, Kopenhagen. Heb je na een leven met weinig succes en inkomsten eindelijk geluk, en dan zoiets. Brew Moore was een saxofonist die je zo in het rijtje Stan Getz-Al Cohn-Zoot Sims kunt plaatsen, maar zijn karakter was niet zodanig dat hij kon vechten voor die status. Daarbij was hij een onverbeterlijke zuipschuit. Zijn discografie is door dat alles uiterst beperkt, en daarom is het prachtig dat Sonorama deze compilatie heeft uitgebracht. Het zijn live-opnamen uit Stockholm, Parijs (de Blue Note!) en een Deens tv-optreden. In Parijs zat Kenny Clarke hem in Zonky, Satin Doll en Broadway met zijn slagwerk op te stoken. Brew Moore kon immers swingen als een gek. Prachtplaat.
Coen de Jonge