Charles Mingus (1922-1979) was een gigant van de jazz en een van de meest kleurrijke en levendige persoonlijkheden. Zoals bleek uit zijn autobiografie Beneath The Underdog, maar ook uit vele ooggetuigeverhalen van anderen. Hij werd ooit opgeleid als cellist en trombonist, maar koos later gelukkig maar voor de bas, terwijl hij ook als pianist tot veel expressie in staat was. Nog belangrijker wellicht is zijn status als componist en (nogal krachtdadig) bandleider. Een experimentator die het contact met het publiek nooit verloor.
1. Mingus Fingers (album: That’s My Desire, Lionel Hampton 1947-48, Doctor Jazz)
Een van de composities die bandlid/bassist Mingus in 1947 bij zijn orkestleider Lionel Hampton inleverde. Hij kreeg er geen cent voor, zeker niet van mevrouw Gladys Hampton. Maar de aandacht werd zo wel op hem gevestigd.
2. Extrasensory Perception (album: Debut Rarities Vol. 4, OJCCD 1953)
Voordat hij de boze zwarte musicus werd zoals we hem kennen, maakte Mingus composities die sterk in de lijn van Lennie Tristano klonken. Zoals dit stuk waarin de hoofdrol was voor altist Lee Konitz. ‘Ik kon het stuk goed lezen’, zei Konitz, ‘Alleen zat het steeds een 16e noot voor de beat uit’.
3. Pithecanthropus Erectus (album: Pithecanthropus Erectus, Atlantic 1956)
Met dit album begon Mingus aan een reeks magnifieke en grensverleggende platen. Alles zat al in het titelstuk: de zucht naar vrijheid, het bedwingen van chaos, de collectieve improvisatie.
4. Haitian Fight Song (album: The Clown, Atlantic 1957)
Het album werd lang wat ondergewaardeerd, maar later kwam daar verandering in. Onder meer door dit stuk (ingeleid met een prachtige bassolo, waarna de zaak fanatiek gaat swingen) en Reincarnation of a Lovebird.
5. Better Git It in Your Soul (album: Mingus Ah Um, CBS 1959)
Legendarisch en revolutionair, een absolute ‘must have’. Het stuk bevat zowel soul, swing, vrijheid, opwinding en legt een verband met de Afrikaanse herkomst van de muziek. Mingus haalde allerlei gewaagde stuntjes uit, zoals de plotselinge handgeklap-begeleiding halverwege het stuk. Echt ‘break stuff”.
6. Original Faubus Fables (album: Charles Mingus Presents Charles Mingus, Candid 1960)
De woedende strijder tegen onrecht. Dit stuk (ook wel Fables of Faubus genaamd) blijft echter niet hangen bij een protesthouding maar graaft muzikaal veel dieper. Spannende tempowisselingen, structuurverschuivingen en intrigerende conversaties met onder meer Eric Dolphy en trompettist Ted Curson.
7. Eat That Chicken (album: Mingus, Oh Yeah, Atlantic 1961)
Mingus op piano, in een stuk dat velen in eerste aanleg niet goed begrepen. Wat moesten ze met zo’n leutige tekst, en dan die dixielandachtige begeleiding. Het stuk was bedoeld als een eerbetoon aan Fats Waller, en tegelijkertijd hoor je weer verwijzingen naar de roots van deze muziek.
8. Theme for Lester Young (album: Mingus, Mingus, Mingus. Mingus, Mingus, Impulse! 1963)
‘Goodbye Pork Pie Hat’ heette dit ook wel (op de plaat Mingus Ah Um). Een roerend portret. Het stond op een van de platen die Mingus maakte voor Impulse!, waarop ook het meesterwerk The Black Saint and The Sinner Lady verscheen.
9. Orange Was The Colour of Her Dress, Then Silk Blue (album: Changes Two, Atlantic 1974)
Een mooie en romantische dagdroom waar veel mensen ongelooflijk veel plezier aan beleven, nog steeds. Mingus speelde het (als pianist) ook op de plaat Mingus Plays Piano, 1963, maar dit is de mooiste versie.
10. The Chill of Death (album: Let My Children Hear Music, CBS 1971)
De plaat vond men eerst maar een raar allegaartje. Voor Mingus was het echter ook een kans om weer een nieuwe draai aan zijn muziek te geven. Met een grote bezetting, waarbij ook producent Tea Macero een stevig handje toestak. Mingus vond het de mooiste plaat die hij ooit had gemaakt.