Het is nog heter dan de donderdag en met de zwoele klanken van singer-songwriter Michael Kiwanuka en een volstromende tent loopt de temperatuur verder op. De Londense zanger met Oegandese roots begint sterk met een nieuw nummer. Zijn bezetting is heel basic met bas, drums en zijn eigen gitaarspel. Het toont echter de kracht van zijn sterke liedjes, want die blijven overeind. En het trio speelt de stukken ook wat vrijer met de nodige swung. Daarnaast is Kiwanuka goed bij stem. De verstilde liedjes als Always waiting en I’m getting ready klinken mooi in balans en roepen een serene sfeer op.
Met de overgang van akoestisch naar elektrisch gitaar krijgt de set iets meer pit en een breder (rock) geluid, met name door de Jimi Hendrix’ cover Warerfall, let this be your love. Kiwanuka heeft natuurlijk niet de gitaarskills van zijn held, maar wel een mooie cleane sound en zijn stem past prima bij het nummer. Het is vooral de drummer die even losgaat.
Vervolgens kruipt Kiwanuka achter de vleugel voor een aantal nieuwe songs. Grote vraag is wanneer dat tweede album nu eindelijk verschijnt. De single, You’ve got nothing to lose, geschreven met Jack White, is al een tijdje uit. De nieuwe nummers liggen qua sfeer, sound en vorm in het verlengde van Home Again, waardoor het repertoire wel eenzijdig lijkt en dynamiek mist.
Kort maar krachtig
Zijn pianospel is dan wel beperkt en soms zelfs houterig, de switch van instrumentatie zorgt voor meer afwisseling. Overigens zijn de ingetogen liedjes met accent op tekst en melodie, kort maar krachtig.
De stukken met meer instrumentatie zijn wel wat saai omdat er in de band niemand improviseert, het blijft in een pulse hangen en na een paar rondjes gaat het vervelen. Kiwanuka zou er goed aan doen om een instrumentalist toe te voegen die over meer inprovisatievermogen beschikt.
De twee solostukken met alleen piano zet hij wel naar zijn hand; je moet het maar durven, zo klein en ingetogen voor een volle zaal. Dat siert Kiwanuka.
Uitbundig trio
Van klein en intiem gaan we over naar een zeer uitbundig trio. Een groot contrast met Kiwanuka. Het Canadese BADBADNOTGOOD bestaat uit Matthew Tavares (p/samples), Chester Hansen (b) en bandleider, Alexander Sowinski (d). De jonge ‘dolle’ honden spelen alsof hun leven er van afhangt. Ze zijn dynamisch, eigenzinnig en zeer expressief. Daarnaast is het weer zo’n trio dat alle stijlhokjes overboord gooit: drum ’n base invloeden, elektronische muziek, (hard)rock, jazz, alles komt voorbij. De musici zijn zeer op elkaar in gespeeld en weten elkaar daardoor blind te vinden, waarbij de drummer wel erg op de voorgrond ligt met zijn rockachtige stijl.
Over de top
Sleutelwoorden voor dit drietal zijn zonder twijfel: energie en volume. Die elementen komen constant samen in melodie en ritme, telkens met een sterke dynamische opbouw waarbij terugkerende piano- en drumpatronen de boventoon voeren. Wel zit de climax veelal op het randje qua uitbundigheid; het gaat over de top. Gedurende de hele set valt het drietal in herhaling wat betreft vorm, opbouw en zijn de improvisaties inhoudelijk wat dun. Sterk punt is de interactiviteit met het publiek, hoewel dat in de slotfase ook te veel van het goede is. Sowinski doet wel zes keer hetzelfde kunstje: bedankt Gent uitvoerig en laat het publiek springen. Hopelijk brengen ze in de toekomst meer diepte in hun muziek.
Meer body
De Deense Agnes Obel besluit de avond met haar dromerige en mystieke songs, die een stuk fragieler zijn dan de vorige act. De filmische sfeer is prachtig: fraaie stem, mooie teksten en goed samenspel met strijkers. Obels pianospel lijkt duidelijk beïnvloed te zijn door Tori Amos – hoewel ze niet aan diens spel kan tippen.
Echter, zit er evenals bij Kiwanuka, qua afwisseling te weinig dynamiek in de set om ruim een uur te blijven boeien. Je moet van goede huize komen om alleen met piano, zang en strijkers een groot optreden interessant te houden. Wellicht als Obel iets meer varieert qua tempo en meer doet met het bereik van haar warme stem, dan krijgt het geheel meer body.
Evenals gisteren toont Gent weinig raakvlakken met jazz, wat opvallend is vergeleken met het eerste weekend, waar grote namen als Brad Mehldau, Chick Corea, Bobby McFerrin, Ibrahim Maalouf en Dave Holland te zien waren. Het is jammer dat die balans niet wat beter is.
Angelique van Os