Met elk nieuw Marcus Miller-album ben je blind verzekerd van topkwaliteit, en als hij zijn nieuwe materiaal dan ook nog eens van een perfecte context weet te voorzien (op zoek naar zijn Afrikaanse roots!), is – in goed rijmend engels – de treat complete! Met tien tracks en een interlude biedt hij je ruim 65 minuten de gelegenheid om je onder te dompelen (warm bad!) in zijn grotendeels instrumentale gedachtengoed (ondanks de lijst vocale gasten). Diverse inheemse muziekinstrumenten (gimbrie, steel drums, kora, djembe) pareren zijn uit duizenden herkenbare basgitaarspel, er worden hommages gebracht aan George Duke (We Were There), Ralph MacDonald (Son Of Macbeth), Wayman Tisdale (Xtraordinary), Motown (Papa Was A Rolling Stone), zijn eigen vader (Preacher’s Kid) en zijn vrouw Brenda (B’s River plus het hele album), er zijn referenties aan Bizet ’s Parelvissers (I Still Believe In Hear), Djavan (We Were There), King Sunny Ade (Hylife) en Zydeco (Water Dancer) en er is een hele batterij gastmuzikanten, van Chuck D en Lalah Hathaway tot cellist Ben Hong en Wah Wah Watson, van Robert Glasper en Keb Mo tot Ambrose Akinmusire en Mocean Worker (de zoon van platenbaas Joel Dorn), naast uiteraard zijn vaste begeleidingsgroep, vol jonge jazzgenieën. Dit is een plaat die je blijft draaien. En, o ja, het is zijn debuut op Blue Note.
Sjeng Stokkink